vrijdag 8 juni 2012

LINKS STILLEVEN



 Gezien de trend zullen de 3 linkse partijen samen tussen de 50 en 60 zetels halen. Laten we zeggen 55. Dat zijn er 21 te weinig om een regering te vormen. Met de 16 zetels van D66 ben je er dus nog niet. Dan wordt het dus een 5 partijen coalitie waarschijnlijk met een kleine Christelijke vleugel (Christen Unie) van 6 zetels er bij. VVD, CDA en PVV in de oppositie. Het zou kunnen.

De vraag is dan wie van de linkse partijen het grootste wordt, de SP of de PvdA. Met Lars Anderson van de Volkskrant denk ik dat de PvdA met zijn kopieergedrag van de SP het loodje gaat leggen. Of ze daarom ook maar meteen met elkaar in bed moeten duiken, zoals Anderson voortelt, lijkt me onwaarschijnlijk. Het is ook niet realistisch. Samson zal zijn politiek bokspartijtje maar al te graag uitvechten met Roemer. Hij heeft er branie genoeg voor.

Maar dat Samson na 12 september onverbiddelijk zal moeten aanvaarden dat Roemer de mogelijke nieuwe premier wordt en niet hij, lijkt me hoogst waarschijnlijk. We krijgen dan voor het eerst sinds lange tijde een links kabinet gedomineerd door SP gevolgd door de PvdA.

Die twee hebben zich in deze crisistijd ontwikkeld tot anti-partijen met een rotsvast geloof in het oude recept dat de overheid de economie moet stimuleren en controleren. Maar of dat nu nog werkt is de vraag. De wereldeconomie en daarmee de Nederlandse economie is de laatste decennia grondig veranderd. Ons land is geen maakland meer maar een nog opener dienstenland dan we al waren. We zijn daardoor ook geen arbeidersland meer maar een land met een gevarieerde arbeidsmarkt, zoals veel zelfstandigen waaronder ZZP’ers en een grote groep mensen die van uitkeringen afhankelijke zijn.

Onze binnenlandse consumptie kan net zo goed consumptie van Chinese of Afrikaanse goederen zijn als uit eigen land. Ik ken de cijfers niet maar het zou me niks verbazen als de consumptie van Nederlandse producten niet meer dan een vijfde van de totale consumptie is, tenzij we natuurlijk met z’n allen meer kaas en aardappelen gaan eten en op de Veluwe op vakantie gaan.

Nee zeggen tegen de Europese budgetregels, de bezuinigingen, de hervormingen op de arbeidsmarkt en de belastingwetgeving uitstellen of ervan afzien zou wel eens kunnen betekenen dat Nederland nog meer dan voorheen een schuldenland wordt met alle mogelijke gevolgen van dien. Een geluk heeft Nederland. We kunnen natuurlijk de komende jaren blijven potverteren dank zij de aardgasbaten en dan moeten de volgende generaties maar zien hoe ze eruit komen. Centen op, aardgas op en Europese goodwill kwijt. Een uitdagende erfenis. 

donderdag 7 juni 2012

CDA KIEZERSBEDROG



Tip voor de CDA Top

Misschien toch aardig om in het vervolg lijstrekker kandidaten te vragen of ze echt de publieke zaak willen dienen, met de nadruk op dienen, en op de lijst van de Tweede Kamer willen staan. 
Nederland zit al vol met managers die denken dat een land besturen hetzelfde als een “onderneming of een grote en complexe organisatie" besturen. Ze weten niet waar ze het over hebben. Waarschijnlijk hebben ze iets op school of nog erger in hun opvoeding gemist.

maandag 4 juni 2012

HARRY MULISCH TUSSEN EICHMANN EN FIDEL CASTRO


Harry Mulisch met Cubavlagje. Een digitale fotobewerking van PETRUS.

Waarom nam Harry Mulisch zijn leven lang geen afstand van het Cubaanse regime? Als hij op Cuba was gaan wonen dan was hij waarschijnlijk op den duur hoogst waarschijnlijk terecht gekomen bij dissidente schrijvers. Mulisch was geen communist maar hooguit een revolutionaire poseur en dat gaat over als het echt tegen zit.

Onlangs las ik een lang geleden interview (1970) van Ischa Meijer (1943-1995) met Harry Mulisch (1927 – 2010). Daarin komt de Cubaanse revolutie met Fidel Castro ter sprake als een soort tegenhanger van het Nazisme zoals Mulisch dat had leren kennen tijdens het proces tegen de Nazi massamoordenaar Eichmann (hieronder Schreibtischmörder genoemd) in Jeruzalem (1961).

“De confrontatie met de Schreibtischmörder in zijn glazen kooi in Jeruzalem veroorzaakte bij halfjood Mulisch een ‘shock’, die hij pas jaren later op Cuba te boven zou komen. ‘Het was het openbreken van een zweer. Voor mij en voor veel anderen die de oorlog beleefd hadden in hun eigen kleine wereldje. Met ouders en familie van wie er een paar waren doodgemaakt en dat was het dan. Eichmann is de ideale man voor de psychotechnische test. De juiste man op vrijwel iedere plaats, die zijn niet herkenbaar. Integendeel, het is het soort mensen dat nou juist door deze maatschappij gemaakt wordt. Een waardevrije man, die doet wat hem wordt opgedragen. Daar moest wat tegen gedaan worden en dat zag ik niet zo gauw. Dat zag ik pas op Cuba in 1967.’ ” (blz.60 en 61, Harry Mulisch in Ischa Meijer, de interviewer, Prometheus Amsterdam 1999

Voor Mulisch was Fidel Castro een man ‘van een en al waarde’ dit in tegenstelling tot de waardevrije Eichmann. In die tijd was het gebruikelijk om vanuit links de “waardevrije wetenschap” aan te vallen. Die ondersteunde immers het kapitalisme en het imperialisme, de uitbuiting van de ene mens door de andere. Om aan die wantoestand een einde te maken was een kritische of geëngageerde wetenschap nodig, een die in dienst zou staan van het volk of meer Marxistisch in dienst van de arbeiders en hun klassenstrijd.

Mulisch achtte deze maatschappelijke theorie blijkbaar ook van toepassing op individuele mensen. Hij onderscheidt ‘waardevrije mensen’ als Eichmann, een product van onze samenleving, en ‘mensen van waarde’ zoals Fidel Castro, een  revolutionaire nieuwe mens. Volgens de inzichten van die tijd en dus van Mulisch moest dat kwaad maatschappelijk verklaard worden. Dat inzicht is intussen grotendeels achterhaald. Vermoedelijk heeft Mulisch toch nooit afscheid kunnen nemen van deze persoonlijke theorie. Hij zou dan immers geen raad meer geweten hebben met Eichmann als het vlees geworden kwaad.

Volgens het interview is dat soort redeneringen ook niet de sterkste kant van Mulisch.  “Geen van zijn vrienden heeft overigens ooit getwijfeld aan zijn integere bedoelingen, maar ‘Harry kan absoluut niet redeneren, hij is eerder de man van de sublieme inval’. Naar aanleiding van dit Cuba-boek Het woord bij de Daad werd de schrijver-politicus geïnterviewd door W.L.Brugsma in het politiek café C-66 van Hans Gruyters. Brugsma: ‘Het is in de politieke discussie met hem net of je een baby een koekje afpakt.’ (blz. 62)

zondag 3 juni 2012

HOT SPOTS EN DOTS (VOOR MIJN ZWAGER)


"Kleine psychedelische wereld", 2009, acryl op paneel (afmetingen 61x61 cm, stip doorsnee 3,5 cm ongeveer). Het schilderij is geïnspireerd op Mondriaan.

Ik heb twee zwagers. Allebei met dezelfde voornaam. In het echt kan dat, in de litteratuur niet, zo heb ik van Gerard Reve geleerd. Een van die twee vond mijn schilderij met gekleurde stippen niet veel voorstellen (zie hierboven). Het “dat kan ik ook” effect. Wat waar is. Als je het eenmaal weet dan kun je het gemakkelijk na-schilderen. Dat kun je bijvoorbeeld niet zeggen van Rembrandt’s Nachtwacht.

Moderne schilderkunst stelt dus eigenlijk niks voor, zeker niet als het abstract is, aldus een niet nader te noemen vriend. Om te laten zien wat hij bedoelde, wees hij mij een schilderij aan met gekleurde vegen in een galerie die we op onze wandeling waren tegen gekomen.

Hoewel ik bij tijd en wijle ook abstracte kunst maak, weet ik er eigenlijk ook niet goed raad mee. Ik kan mijn stippen schilderij uitleggen maar maakt dat zo’n schilderij alsnog interessant? Neem nou de Grote Kunstschilder Damien Hirst. Men spreke zijn naam met eerbied uit. Naar het schijnt, schildert hij al jaren schilderijen met kleine, grote, hele grote en nog grotere stippen. 

Damien Hirst, Spot Painting. Zou Hirts ook geïnpsireerd zijn door Mondriaan?
In januari werden in galeries van Hong Kong, Rome en New York ‘The complete Spot Paintings 1986 -2011” van Hirst tentoongesteld. In een artikel van van Rachel Corbett op Artnet over de opening van de tentoonstelling in NY lees ik dat ook de kunstwereld niet goed raad weet met de Spot Paintings van Hirst. Vertellen die Spots ons iets, zijn ze interessant omdat ze van een groot, bekend en rijk kunstenaar zijn of omdat ze veel geld opbrengen?

In ieder geval legt de galeriehoudster de nadruk op de getallen. Hirst maakt schilderijen met stippen tot wel 5 voet groot. Zijn  recente schilderijen bevatten 25.781 rondjes van elk 1 mm. Toen iemand naar de betekenis ervan vroeg, zei ze na enige aarzeling dat de serie “een verwijdering is van de expressionistische vormen van kunst”. Hirst is daarin niet de enige. Mondriaan is hem daarmee al decennia geleden voor gegaan.

Dit schilderij trof ik op de KunstRai aan in Amsterdam. het is van Ien Lucas, serie Cross Points te zien bij Galerie Ramakers 
Je kunt een Spot Print kopen voor  4000 dollar of wat minder. Op een veiling in Londen in 2008 bracht  een Spot Painting van Hirst  bijna drie en een half miljoen dollar op. Spot Paintings van Hirst zijn niet om de spot mee te drijven. Hirst schijnt ondertussen te werken aan een Spot Painting met een miljoen stippen. Ook dat is niet om mee te spotten.