vrijdag 6 juli 2012

SPRUITJESLUCHT



Waar komt die uitdrukking ‘Spruitjeslucht’ vandaan als verwijzing naar een periode die men verafschuwt, de naoorlogse jaren vijftig? Was het niet Gerard Reve die het voor het eerst heeft gebruikt in een verhaal? Wordt hij niet nog moedelozer van de spruitjeslucht in een Amsterdamse portiek? Het kan haast niet anders. Het heeft vast ook te maken met zijn debuutroman ‘De Avonden’ waarin hij een naoorlogs gezin beschrijft dat in een beklemmende nietszeggendheid leeft. Dat verhaal moet trouwens niet autobiografisch of letterlijk worden opgevat. De non-belevenissen van dat gezin zijn een metafoor voor de geestelijke leegte waarin de hoofdpersonen van het boek leven. Maar leg dat de nuchtere Nederlander maar eens uit. Geestelijke verbeelding is niet zijn sterkste kant om het voorzichtig te zeggen.

Spruitjeslucht is hoe dan ook een uitdrukking geworden waarin de verveling, de benauwdheid, het conformisme, het gezin als gevangenis, de kerkgang en armoedigheid van de naoorlogse jaren mee worden bedoeld en daar wil natuurlijk niemand meer naar terug. De jaren zestig generatie maakte daar een eind aan en sinds die tijd leven we in een opwindende tijd van vrijheid blijheid met rock and roll, drugs, film, televisie, auto’s, verre vakantiereizen, liefde en echtscheidingen, de bevrijde en werkende vrouw, lesbische homo stellen, gay parades enz.

Allemaal winst zou je zeggen maar de geestelijke leegte is niet verdwenen of misschien zelfs nog wel groter geworden. Moest je vroeger nog naar de zondagsmis of dienst om een geestelijk bad te nemen, hoe benauwend soms ook, nu neemt bijna niemand meer zo’n bad. Allemaal flauwekul vindt de goegemeente. Raken we toch in de war en weten we ons geen raad met onze gevoelens dan hebben we een waslijst van voorzieningen die op professionele wijze je weer op de been brengen.

De rest kan doorgaan voor geestelijk gezond en dankzij de welvaart zich met vakantiereizen, feesten, amoureuze avonturen, televisie, festivals, films en nog allerlei ander vermaak door het leven sjouwen ter verdringing van geestelijke leegte. We weten daarbij wel dat het zo maar ineen afgelopen kan zijn maar doen er alles aan om dat te vergeten. Als we dan toch dood moeten dan liefst ongemerkt, pats boem weg zodat je niet geplaagd kunt wordt door angsten. Als het een slopende ouderdomsziekte wordt kiezen we voor de dood uit vrije wil. Eind goed al goed. Hebben we dat ook weer gehad. 

donderdag 5 juli 2012

DE IMMENSE WERELD

Breskens, maandag 2 juli 2012

Een kind op het strand met een schep op de rug en een zeef in de hand klaar om de wereld te veroveren.

Zo te zien een immense wereld ook al reizen we er in rond of het dorp is. Een wonderlijke wereld ook. Wat ligt er aan de overkant? Nuchter gesproken de stad Vlissingen. Maar wat ligt er achter Vlissingen? Niemand die weet wat er uiteindelijk aan de overkant ligt. Daarom sturen we bemande raketten de ruimte in en zoeken we onder de grond naar de laatste bouwstenen van de natuur.Version:1.0 

dinsdag 3 juli 2012

STRAND




Ik ben geen strandmens. Toen ik jong was, dacht ik nog van wel. Veertien dagen aan het strand in het Spaanse dorp Calella. Wat een verveling, zand, zee en zon. Ik was ze alledrie na een paar dagen beu.




Ook tropische stranden kunnen me nooit langer bekoren dan een paar dagen. Wit zand, ruisende palmbomen, kraak helder zeewater, een zonsondergang voor een huwelijksreis, ik heb er gauw genoeg van. Natuurlijk, voor de kinderen gingen we wel voor een dag of wat maar dan was het weer mooi geweest.



Met de groeiende welvaart zijn veel stranden er niet beter op geworden. Te vol bebouwd met strandtenten, veel te veel te eten en drinken, veel te veel lawaai ook als dat muziek heet en veel te veel activiteiten om de verveling te verdrijven.



Dan is het strand van Breskens een verademing. Wat een rust en ruimte. Daar is het voor een dag of wat goed uit te houden met twee kleine kinderen en aangename gesprekspartners. Als je dan ook nog wat naar mensen kunt kijken, heb je een heel mooie dag aan zee.  


zondag 1 juli 2012

DE HARDE EURO VAN ANGELA "BRUNHILDE" MERKEL


Net als indertijd Helmut Kohl, die met Gotbatsjov de Duitse eenheid tot stand bracht, wordt Angela Merkel onderschat door het Nederlandse en ook traditioneel Frans georiënteerde Belgische journaille en zijn intellectuelen. De Belgen hebben dan tenminste nog 'hun' Europese President Van Rompuy. Nederland moet het met Merkel doen. Als er een harde Euro komt dan is dat aan haar te danken. Met Duitse 'gründlichkeit'  weet ze op charmante wijze vasthoudendheid te combineren met politieke soepelheid. Een gave die weinig Europese politici bezitten. 


De onlangs gehouden Eurotop heeft aangetoond dat de politieke wil om de Eurozone en de Europese Unie te behouden ongebroken is. Dat is de belangrijkste politieke boodschap die de financiële wereld heeft gekregen. Europa is bereid om via compromissen verder te bouwen aan Europa en met centrale afspraken en controle de Euro sterker te maken.

Je moet bewondering hebben voor De Duitse bereidheid om zover mee te gaan. Immers de Duitse economie is de enige Europese economie die na de val van de Euro zelfstandig verder zou kunnen. De Nederlandse economie zou dan samen met de Belgische en Luxemburgse achter de rug van de Duitse economie kunnen schuilen, zoals we voor de Euro ook al deden.

De andere Europese economieën, ook de Franse en de Engelse, zouden na verloop van tijd in de wereld nauwelijks nog meetellen. Op den duur zou dat tot verlies van politieke invloed leiden. Frankrijk wordt uit de VN Veiligheidsraad gewipt. Kun je je dat voorstellen? De Engelse economie zal verweesd raken tussen Duitslands invloed en de Amerikaanse Dollar.

Nu gaat het gevecht in de Eurozone over wat voor soort munt de Euro zal worden. Wordt de Euro een harde munt, een afspiegeling van de vroegere Duitse Mark? Of wordt de Euro een zachte munt, een soort Italiaanse lire of Franse franc?

De hardheid van de Duitse mark was te danken aan de Germaanse economische discipline van Duitsland met als belangrijkste principe dat geld eerst verdient moet worden voordat het kan worden uitgegeven. Krediet mag en moet maar dan wel met mate en gebaseerd op economisch realistische toekomstverwachtingen. 

De zachtheid van de Italiaanse Lire en de Franse frank weerspiegelt het Latijnse beginsel dat de economie ondergeschikt is aan de politiek en aangezien politici overal ter wereld vaak slappe knieën hebben (zie Wilders) wordt hun munt van elastiek. Krediet is een smeermiddel om de boel gaande te houden. Inflatie en devaluatie het daarbij horende medicijn.


Wie gaat dit gevecht winnen? Duitsland heeft in ieder geval het voordeel de economisch sterkste te zijn met de Europese Centrale Bank als troef in Frankfurt. De rest van Europa kan niet verder zonder Duitsland. Althans niet zolang zij dank zij hun economische en arbeidsdiscipline ook het geld hebben. En Nederland, wat moet die doen? Wat het altijd gedaan heeft. Zoveel mogelijk samen optreden met Duitsland. Dus zo lang Duitsland in Europa gelooft, moet Nederland er ook wel in geloven.