zaterdag 3 november 2012

ZORGPREMIE


PvdA voorzitter Hans Spekman vindt dat nivelleren een feest is.

Mocht er nog iemand aan twijfelen dat Nederland een regelzuchtig kruideniersland is tot twee cijfers achter de komma dan weten we het nu zeker dank zij de nivellering via de zorgpremie door het aanstaande kabinet Rutte II. Nivelleren via de zorg, is dat nu wel zo verstandig? Waarom niet, in Nederland wordt alles maar dan ook alles gebruikt om te nivelleren. De arbeidsmarkt, de woningmarkt, het vervoer, het onderwijs en nu dus ook de zorgmarkt.

Je zou denken dat als je wilt nivelleren je dat het beste kunt doen via het belastingstelsel. Dat gebeurt ook. We hebben in Nederland zoals in alle beschaafde landen een progressief belastingstelsel waarin degenen die meer verdienen ook meer betalen. Op die manier betalen de sterkste schouders –in financiële termen dan toch – de grootste financiële lasten.

Als er te weinig wordt genivelleerd kun je dat dus het beste corrigeren met behulp van belastingstarieven. Zo niet in Nederland. Daar wordt alles aan nivellering onderworpen. Tot hoever kun je daarbij gaan? Sommigen zouden het liefst een totale nivellering hebben zodat we straks allemaal in een C&A pak lopen, de Nederlandse variant op het Mao pak, maar over het algemeen beseft men dat met zo’n drastische nivellering uiteindelijk geen mens gediend is.

Moet je wel op andere terreinen dan de belastingen nivelleren? Neem nu de woningmarkt, een markt waarover Den Haag zich sinds de Tweede Wereldoorlog met liefde buigt. Het is de markt waarlangs Nederland dwangmatig in het gareel wordt gehouden daarin gesteund door woningbouwers, cooperaties, architecten en ambtenaren, zozeer zelfs dat de gemiddelde Nederlander al lang niet meer beseft hoezeer hij in een door den Haag geregisseerd keurslijf zit. Maar is daarmee de woningnood in Nederland opgelost? Welnee, het blijft sukkelen van de ene mislukking naar de andere.

In het onderwijs is het al niet anders. Den Haag regelt het van je geboorte tot aan je dood. Overal zijn regels voor en voorzieningen met uitzonderingen zodat toch iedereen mee kan. In beginsel althans, want in de praktijk loopt het toch allemaal anders dan gepland. Scholen zijn onpersoonlijk geworden, docenten en leraren gedemotiveerd en veel leerlingen haken af of kiezen het verkeerde onderwijs. De technische opleidingen blijken zodanig verwaarloosd dat Nederlandse bedrijven straks geen personeel meer kunnen vinden.

Ik vrees dat het met de zorg dezelfde kant op zal gaan. Ook die sector is onderdeel geworden van het Nederlandse spel om de nivellering waardoor alles weer onnodig ingewikkeld gaat worden zodat er straks ook weer van alles mis kan gaan zoals bij de WAO en de AWBZ. Fraudegevoelige regelingen zijn het die uiteindelijk in hun tegendeel verkeren. Maar geen nood in Den Haag pakken ze dat meteen op en regelen er weer wat anders tegenaan. Zo blijven we lekker bezig.

vrijdag 2 november 2012

SWAAB

Een digitaal bewerkte tekening van PETRUS.


Dat we, zoals emeritus hoogleraar Swaab het uitdrukt, ons brein zijn, ligt voor de hand. Ik stel dat bijvoorbeeld telkens weer vast als ons geestelijk gehandicapte buurmeisje op bezoek komt. Je kunt gezellig met haar praten over koetjes en kalfjes, dierenfilms, ziekteverschijnselen en nog wat meer voor de hand liggende onderwerpen, maar daar houdt het dan ook mee op. Er zit geen ontwikkeling in onze gesprekken en vaak lijkt her erop dat ze bijbehorende emoties niet heeft. Ze is wat ze is. Ze is haar brein en dat brein is gehandicapt.

Vanuit het perspectief van de menselijke evolutie ligt een dergelijke conclusie al net zo voor de hand. Waarom zouden wij als mensen niet ook het instinct van de dieren in ons brein hebben behouden?  Zeker daar waar het nuttig is voor de overleving, een naar het schijnt evolutionair beginsel. Allerlei lichamelijke reacties op bijvoorbeeld gevaar of liefde wijzen in die richting,  daar is geen zwaarwichtige studie voor nodig. We zijn ons instinct zou ik daarom willen zeggen. Dus ook op dit punt wil ik de emeritus het grootste gelijk van de wereld geven.

Als Swaab zijn Mondriaanlezing, waarvan ik slechts een fragment in NRC Handelsblad van 20 oktober heb gelezen met als titel ‘Het brein heeft zijn voorkeuren’, besluit met de conclusie “wij zijn ons brein, zelfs als het kunst betreft” heeft hij dan ook mijn zegen. Waarom zou kunst niet net als voetballen, schaken en talen spreken een kwestie van aanleg of talent zijn?

Maar Swaab wil natuurlijk meer weten van ons brein. Hij wil het naadje van de kous weten en dat is ingewikkelder want net als bij alle exacte wetenschappen is meten pas echt weten en dat maakt breinwetenschap nu net zo moeilijk. Wat hoe meet je het brein door zonder de mens daarachter te beschadigen of nog erger te doden? Om deze schadelijke neveneffecten te vermijden nemen breinwetenschappers daarom ook vaak hun toevlucht tot gedragsaanwijzingen en dan wordt het natuurlijk al gauw een stuk ingewikkelder om dat exact te maken.

In de genoemde lezing stelt Swaab vast “dat is gebleken dat patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis minder vaak om medicatie vroegen als er een foto van een savanne aan de muur hing, dan wanneer het schilderij ‘Velden’ van Van Gogh of het abstracte werk ‘Convergence’ van Jackson Pollock aan de muur hing”.  Zo’n fenomeen strikt wetenschappelijk vaststellen, op basis van bijvoorbeeld wereldwijde metingen dus ook bij de eskimo’s, de pygmeeën en Braziliaanse indianenstammen, om nog maar niet te spreken van een verklaring van het vastgestelde fenomeen, is natuurlijk ondoenlijk.

Daarom neemt Swaab zijn toevlucht tot de Amerikaanse kunstfilosoof Dennis Dutton die schrijft dat dit het geen toeval is dat juist de savanne over de gehele wereld het meest geprefereerde landschap blijkt te zijn want daar immers vond onze menswording plaats. Swaab verhuist van de exacte wetenschap naar de filosofie. Voor mij geen punt maar ik vraag me wel af of dit wel gepast is voor een breinwetenschapper met natuurwetenschappelijke allures.

Swaab en Dutton moeten het mij maar niet kwalijk nemen maar deze verklaring lijkt me bovendien onzinnig. Ik denk dat gemakkelijk is aan te tonen dat psychiatrische patiënten met een schilderij van een kalme zee of van een blauwe hemel met wolkjes aan de muur om minder medicatie zullen vragen dan met bijvoorbeeld “De schreeuw” van Edward Munch aan de muur. Lucht en zee zijn immers toch twee onmisbare elementen bij de menselijke evolutie. De prettige herinnering daaraan ligt dus hoogst waarschijnlijk sinds mensenheugenis in ons brein opgeslagen. Of sla ik nu de plank helemaal mis? 

woensdag 31 oktober 2012

CASUAL PORTRAITS


American from Ohio preparing his informal dinner at Field, British Columbia, Canada. 18 September 2012.


Tourist posing for a picture at Lake Louise, Alberta, Canada. 19 September 2012


Couple travelling in their motorhome on the road to Jasper, Alberta, Canada. 19 September 2012


Nicolas from the United Kingdom travelling from Alaska to Kaap Hoorn in Argentine. He already made 4000 km on his own. Lake Louise, Alberta, Canada. 20 September 2012


Matt builds himself a complete small Western town in the semi- desert of Cachecreek in the neigbourhood of the city of Kamloops, British Columbia, Canada. 25 September 2012


Friendly ice cream seller in Jasper, Alberta, Canada. 22 September 2012

dinsdag 30 oktober 2012

THE ICEFIELDS PARKWAY III

In 1931, the government of Canada put hundreds of unemployed men to work in building mounteneer "wonder trail" through the heart of the Canadian Rockies. The men were paid 20 cts. a day. Using picks, shovels and horses - for mechanized equipment the crews had only a few small tractors - these hardy folks hacked a single-lane gravel track from Lake Louise to Jasper.

Between mighty mountains lost and not lost.


I did not realize it until now but water is always on the move even rocks cannot stop it.


Sometimes the water moves fast, sometimes it is wandering relaxed as if it is enjoying the environment.



The river becomes many rivers until it occupies the whole valley.



The indian paint brush flower. A beautiful name for a beautiful flower.

maandag 29 oktober 2012

OFFERFEEST

Petrus, ZWARTE ZON (BLACK SUN), acryl op papier


Offers zijn van alle tijden. Het Oude Testament begint met de offers van de gebroeders Kaïn en Abel aan God. Van Abel stijgt de rook van zijn offer omhoog van Kaïn slaat de rook tegen de grond. Een volgens die tijd treurig gevolg van het feit dat het offer van Kaïn God niet welgevallig is en dat van Abel wel. Het resultaat van deze goddelijke miskleun is broedermoord. Kaïn slaat zijn broer Abel dood.

Offeren doe je aan goden van wie je iets wilt hebben: een overwinning, een goeie oogst, dat ‘s morgens de zon weer opkomt, dat je mag slagen voor je rij examen of dat je de lotto wint. Offers breng je als dienaar aan een God die heerst over jouw leven. Je wilt hem als heerser van het heelal, van de wereld of het lot der mensen met jouw offer gunstig stemmen in de hoop dat je leven er beter van wordt. Maar met heersers weet je het maar nooit. Je offer kan ook verkeerd vallen zoals bij Kaïn en dan ben je alsnog de klos. Heersers zijn grillig zodat dat je als offeraar nooit zeker van je zaak bent. Mensen die in een heersende god geloven zijn dan ook altijd een beetje bang van hun God. Ze leven in voortdurende angst dat ze wat te verliezen hebben.

Als Katholiek jongetje heb ik van jongs af aan geleerd dat God liefde is en dat hij ons mensen met het offer van zijn zoon bevrijd heeft van al onze erfelijke zonden. God zelf heeft zijn eigen zoon geofferd voor ons mensen. Meer kan niet en dus hoeven wij mensen niet meer te offeren. Tijdens een Katholieke mis wordt dan ook geen offer gebracht maar met het brood en wijn ritueel herdacht dat God’s zoon Christus zich offerde voor ons mensen. Zeker in de tijd van Christus maar ook nu nog betekent dat een revolutionaire wending in de verhouding tussen God en de mensen. We hoeven ons geen zorgen te maken of God van ons houdt.

Liefde maakt offers dus overbodig want liefde laat zich immers niet kopen met wat voor een offer dan ook. Pseudo of surrogaat liefde wel maar dat is dan ook geen echte liefde, Dat is berekende liefde. Geliefden weten dat van elkaar en hebben dus geen offers nodig. Wat ze wel nodig hebben zijn tekens van liefde waaruit blijkt dat je trouw blijft aan je liefde en dat je steeds aan haar of hem denkt. Als de nood aan de man komt ben je wel bereid om zelfs je leven te offeren voor je geliefde maar alleen dan.

De cultus van het offer is gericht op een heersende God. Iemand die gunsten kan geven en nemen en dus is het maar het beste om Hem gunstig te stemmen. Geen offer brengen zou wel eens tot veel ellende kunnen leiden. Een liefhebbende God heeft daarentegen geen offers nodig. Hij heeft je lief ondanks je gebreken en tekortkomingen. Als je die ook nog eens onder ogen wil zien, zal hij je nog meer liefhebben. Dat is wat ik geleerd heb als Katholiek jongetje.