zaterdag 26 januari 2013

DIENSTMEISJES

Uit het fotoboek van mijn oma. Een ons onbekende dienstmeid, vermoedelijk een vriendin van haar.


Dat ik dit nog moet meemaken! Een pleidooi van Antoinette Vlieger in mijn lijfblad NRC Handelsblad ( 'Fulltime werken kan: met hulp in huis', 24/25 januari) voor het toelaten van meer buitenlandse hulp in Nederlandse huishoudens. De cirkel is rond. De Nederlandse vrouw moet voltijds kunnen werken en daarvoor is dus hulp in de huishouding uit het buitenland nodig. In mijn jeugd heette zo'n hulp dienstmeisje of recht toe recht aan werkster of in Vlaanderen poetsvrouw. Mijn oma aan vaders kant was voor dat ze trouwde dienstmeid geweest bij goeie families.

Ja, vrouwen moesten vroeger ook al werken. Niks nieuws onder de zon. Bitter noodzaak was dat. Teveel kinderen thuis, te weinig inkomen dus de dochters het huis uit als dienstmeisje scheelde al meteen een slok op een borrel. Als ze dan ook nog wat overhielden van hun kost en inwoning was dat mooi meegnomen voor de rest van het gezin. Want wat je verdiende was gezinseigendom en niet een zakcentje om leuke kleren voor te kopen of uit te gaan. Dat was voor dat soort mensen niet weg gelegd. Uitgaan deed je een keer in de week. Naar de zondagse mis.

Uit de discussie in NRC over parttime werkende vrouwen begrijp ik dat de Nederlandse vrouw van vandaag full time moet werken om straks niet in de armoedeval van het gebrekkige pensioen te vallen. Vertrouw niet op je partner of je kinderen maar alleen op jezelf als vrije en onafhankelijke vrouw is het devies. Wat je maar vrij en onafhankelijk noemt. Je hele leven loonslaaf om straks van je pensioen te genieten als je voor die tijd al niet onder de zoden ligt, dementeert of in een vervallen verzorgingstehuis bent ondergebracht door je ondankbare kinderen terwijl je ex zich ook nog vermaakt met een jong ding. Lach niet. Ik ken mannen die hun leven hebben vergald en hun dromen verknalt vanwege hun pensioen. Een andere baan zou hun pensioen in gevaar brengen. Dat komt ervan als je vrij wilt zijn en van het leven genieten met volledige garantie voor de toekomst.

Uit het fotoboek van mijn oma. Een onbekende vriendin vermoedelijk ook dienstmeid.

Mijn oma had geen mooie herinneringen aan haar tijd als dienstmeisje. De gang schrobben met koud water en zeep op je blote knieën, zo vertelde ze . De was doen in de winter was iets verschrikkelijks Je handen werden paars en rood. Poetsen, stoffen, vegen, bedden afhalen en opmaken, WC's schoonmaken enz. De vrouw des huizes was je baas en die waren volgens mijn oma nooit gemakkelijk. De moeder van mijn vrouw, de oma van mijn kinderen onderging voor, tijdens en na de oorlog hetzelfde lot. Maar haar bazen waren iets gemakkelijker: een kruideniersvrouw en een bakkersvrouw. Die hadden wel andere zorgen aan hun kop dan de mooie madam uithangen. Die hadden begrip voor hun dienstmeid.

Trouwen was voor hen een bevrijding van dit vernederende werk. Zo lang als het duurde, want het kan natuurlijk altijd misgaan in een huwelijk. Maar dat was nog altijd beter dan je leven lang de dienstmeid zijn bij een ander in huis. Je sliep onder het dak van een ander in een kamertje ergens achteraf, je at in de keuken van een ander, je moest de rommel en de rotzooi van een ander opruimen en altijd netjes gehoorzamen. Het chagrijn, geruzie, pesterijen van kinderen, de onhebbelijkheden van de vrouw en/of de heer des huizes moest je er allemaal bijnemen. Wat waren mijn oma en mijn schoonmoeder blij dat ze daar na hun trouw vanaf waren.

Wordt vervolgd


vrijdag 25 januari 2013

KOONS & KELLEY

Jef Koons, Puppy


De Amerikaanse Oostkust kunstenaar Jef Koons en de Amerikaanse Westkust kunstenaar Mike Kelley zijn generatie genoten. Koons is in januari 1955 geboren. Kelley is van oktober 1954. Een verschil van goed 2 maanden. Koons studeerde kunst in Chicago en vertrok in 1976 naar New York. Kelley was van Detroit en gaat na een universiteitsstudie in 1978 kunst studeren in Los Angeles. Beiden brengen het vervolgens heel ver in de kunstscene. Daarmee houden de overeenkomsten ongeveer op.

Koons maakt geruststellende burgermanskunst die hij ook nog eens tegen heel hoge prijzen in de kunstmarkt weet te zetten. Met zijn perfect gestileerde en afgewerkte groot formaat metalen opblaashonden, zijn seksprenten met zijn vroegere vrouw en Italiaanse porno actrice Cicciolina (Ilona Staller), zijn groot uitgewerkte houtsnijwerk van alweer honden en zijn kleurrijke puppy bloemencollages verovert hij de harten van de rijke kunstliefhebbers. Kunst van Koons voor boven de bank in de villa of het penthouse, in de grote ontvangsthal en in de slaapkamer. Je kunt er overal mee voor den dag komen.

Kelley daarentegen maakte, zoals dat heet duistere kunst. Ik zie dat niet zo maar de kunstcritici wel. (Zie mijn blog 'Mike Kelley's knuffelkunst' van 12 januari) Wat Kelley volgens kunstcriticus Frits de Coninck zo bijzonder maakte, “was dat hij in elk volgend werk weer een stap verder ging, zowel inhoudelijk als stilistisch. Nog meer poken in gevoelens en herinneringen die wij soms diep weggestopt hebben en die niet altijd even aangenaam zijn. De kijker nog meer treffen met het besef dat hij zijn eigen onderbewustzijn weerspiegeld ziet.” (Museumtijdschrift Museum nr. 1 jan/feb 2013 blz.60)

Mike Kelley, Estrel Star #3,1989, samengebonden, gevonden knuffels.

Kelley's werk is wat je noemt psychologiserende kunst waar de gegoede burger van zou moeten schrikken. De Coninck geeft als voorbeeld het kunstwerk 'Educational Complex', volgens hem een sleutelwerk. Het kunstwerk uit 1955 bestaat “uit een aantal op schaal gemaakte gebouwen, heel verschillend in stijl en grootte". Het is een grote maquette van alle scholen die Kelley ooit bezocht heeft maar dan uit het hoofd nagebouwd.Zijn geheugen heeft, zoals mijn inziens elk geheugen, gaten laten vallen dus de nagebouwde scholen hebben doodlopende gangen en lokalen die niet kloppen.

Niets aan de hand zou je denken, maar niet bij Kelley. Het is een onheilspellende maquette. Waarom? Omdat Kelley dat ons zo uitlegt in zijn teksten:”Hij heeft het daarin over zijn fascinatie voor het 'Repressed Memory Syndrome', een toestand waarin traumatische jeugdervaringen (vooral seksueel misbruik) zo sterk wordt onderdrukt dat ze uiteindelijk wordt vergeten. En met die uitleg zijn we bij de bron van de onaangename associatie die de vergeten plekken oproepen. Want Kelley draait het proces om heel geraffineerd om. Als de loze gangen en gemankeerde lokalen vergeten zijn , heeft hij die beelden volgens de theorie kennelijk onderdrukt om het trauma te verdrijven.” (idem blz. 62)

Als ik het goed begrijp legt Kelley ons met zijn knuffelkunst op de bank bij de psycholoog om daarna gelouterd uit een tentoonstelling te komen zoals Het Stedelijk Museum in Amsterdam momenteel organiseert. Daarmee is Kelley net als Koons ook een kunstenaar voor de Amerikaanse burgerman, in dit geval dan wel in de vorm van de Californische kritische intellectueel. Die zijn psychologiserend met de wereld bezig. Een deel van hun leven brengen ze daarom door op de bank bij hun psychiater. Kijk maar eens naar de TV sitcom Frasier met de fictieve broers in de psychologie Dr. Frasier Crane en Dr. Frederick Crane. Het onderbewuste en bewuste is daar om te lachen. Bij Kelley is het daarentegen zwaarwichtige ernst waar hij door zelfmoord op 56 jarige leeftijd een einde aan heeft gemaakt.

dinsdag 22 januari 2013

MR.HIGGS-BOSON MEETS MR.FYRA

Een tekening van PETRUS

Mr. Higgs-Boson says: Nice to see you Mr. Fyra. May I ask you where you are going?

Mr. Fyra answers: Yes of course. I am on my way to become a treno a vapore.

Mr. Higgs-Boson: I wish you good luck.

Mr. Fyra: Grazie e arrivederci.

maandag 21 januari 2013

HET MENSELIJKE TEKORT


Gisterenavond op de Vlaamse zender Canvas 'Het uur van de prutser' van de Vlaamse caberetier Wim Helsen bekeken. De titel sprak mij meteen aan. Prutser is een trefwoord in mijn levensopvatting. Zijn wij niet allemaal prutsers? De meeste mensen bedoelen het altijd goed maar uiteindelijk draait het meeste wat we in ons leven doen uit op gepruts. Soms zelfs verprutsen we het helemaal. En is dat niet de grootste tragiek van ons bestaan?

Homo Prutser, een digitale prent van PETRUS

Belgen hebben meer gevoel voor dit menselijk tekort dan Nederlanders. Nederlanders vinden dat de wereld maakbaar is of nog nog erger maakbaar moet zijn. Dat verklaart ook de Grote Wolk van Boosheid die tegenwoordig boven Nederland hangt. De wereld draait wel door maar niet zoals veel Nederlanders dat zouden willen. Dat roept alom boosheid op en die boosheid vind je ook terug in het Nederlands cabaret zoals bij Youp van 't Hek en Theo Maassen.

Ik denk dat Theo en Youp moeten uitkijken dat ze met hun cabaret niet een doodlopende weg inslaan. Boosheid en ergernis kunnen een goeie voedingsbodem zijn voor grappen en grollen maar het menselijk tekort blijft. Als je dat niet aanvaardt dan kom je terecht in cynisme en dan is de lol er gauw vanaf. Een goeie cabaretier, dus niet een tijd verdrijvende grollen en grappen maker, laat ons zodanig in de spiegel kijken dat we ondanks het vele lelijks dat we zien toch onszelf aanvaarden. We zijn prutsers maar we kunnen er mee leven ja ook nog eens om lachen. Dat en alleen dat maakt onze wereld leefbaar.

Ooit hadden we in Nederland cabaret waarin het menselijk tekort de grondtoon van hun optreden was. Ik bedoel de grote drie: Toon Hermans, Wim Sonneveld en Wim Kan. Freek de Jonge heeft ook gevoel voor het menselijk tekort maar zijn dominees achtergrond speelt hem parten. Hij wil de mensen verbeteren en dan komen we uit bij moraliserend cabaret en dat is de doodsteek voor elke tragiek en dus ook voor de humor.

Waarom Vlamingen meer oog hebben voor het drama van het menselijk tekort weet ik niet. Komt dat omdat het in zekere mate een absurd land is met twee talen maar vooral twee culturen en zelfs drie als je de Duitstalige gemeenschap meetelt? Daarnaast heb je nog Brussel als een op zichzelf staand geval. Weliswaar zo goed als helemaal verfranst maar met een indrukwekkende Vlaamse geschiedenis die hoezeer je Brussel ook verfranst nooit uitgewist kan worden. Frans en Nederlandstaligen zitten in Brussel aan elkaar vast als een siamese tweeling en iedereen weet dat je een siamese tweeling nooit zonder levensgevaar kunt scheiden.

Of komt het door het calimero gevoel van de Belgen dat ze meer oog hebben dan Nederlanders voor het menselijk tekort? Belgen beseffen maar al te goed, in tegenstelling tot Nederlanders, dat ze in de wereld weinig of niks voorstellen. Daarom kijken ze ook altijd eerst de kat uit de boom voordat ze het achterste van hun tong laten zien, als ze die al ooit laten zien. Je weet immers maar nooit. Vergelijk dat eens met de brutale Nederlanders. Als schepen voor niks nie bang nie varen ze overal doorheen todat ze op de klippen lopen en hun goed bedoelde zaak hopeloos strandt. Zelfs in de Nederlandse politiek gaat dat zo.

Helsen hangt zijn cabaret op aan het allereenvoudigste zinnetje wat je kunt bedenken. “Goede morgen bakker. Er is weer veel brood vandaag” waarop de bakker mompelt dat “het hier immers een bakkerij is”. Deze eenvoudige zinnen zijn de kapstok waarmee Helsen een loopje neemt met ons menslijk tekort. Hij geeft ons zelfs tips hoe we het er het beste van kunnen maken ondanks alle tragiek en drama en zelfs de dood. Want het is uiteindelijk de dood die een einde maakt aan ons menselijk tekort. Ondertussen moeten we er maar iets van maken. Daarom ga ik zo meteen een pintje pakken.

zondag 20 januari 2013

DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID


PETRUS, De heilige Drievuldigheid, acryl en potlood op paneel (122 x 80 cm)
De Heilige Drievuldigheid is een van de grote mysteries in het Katholieke geloof. Het is de drieëenheid van God de Vader, God de Zoon ( Jezus Christus die gestorven is aan het kruis) en de Heilige Geest. God de Vader zetelt in de hemel. Zijn Zoon is mens geworden en is o.a. vanwege zijn dood aan het kruis bekend met het lijden van de mensen op de wereld. God de Vader is mens geworden door de werking van de Heilige Geest. De Heilige Geest is ook degene die genade schenkt aan mensen. Het waarom en hoe van de Genade is een even groot mysterie als de Drievuldigheid.