zaterdag 16 februari 2013

DE PIL DES DOODS

Foto van Fausto Podavinni voor Mirella, winnaar van de Eerste Prijs World Press Photo in de categorie Daily Life Stories, 1 juni 2010.

Hoe weerleg je de redenering van voormalig CDA kamerlid Ton de Kok die in de Volkskrant van 12 februari een pleidooi hield voor de opheffing van het taboe op zelfdoding van ouderen met behulp van de Drionpil? Volgens Ton kunnen we onze kinderen het niet aandoen dat ze straks, na zelf voor hun kinderen gezorgd te hebben, ook nog eens voor hun ouders moeten zorgen. Opnieuw billen wassen en luiers omdoen moeten we onze kinderen besparen, evenals het geld dat het allemaal kost. Ouderen moeten zich net als vroeger bij de indianen en de eskimo's overleveren aan de dood. Niet door zich terug te trekken in de natuur zoals zij toen deden maar met de Drionpil.

Ton vergeet dat de indianen en eskimo's deel uitmaakten van een overlevingssamenleving waar honger, ziekte en dood permanent het bestaan bedreigden. Dat is iets heel anders dan onze samenleving met zijn overvloed aan eten, goed ontwikkelde zorg en -zeker in ons land- een grote mate van bestaanszekerheid. En juist in zo'n samenleving, die is opgebouwd door voorgaande generaties, zouden jongeren niet meer met de zorg – de last – van de ouderen opgezadeld mogen worden? Dat is op z'n minst merkwaardig.

Je verwacht zo'n kijk op mens en samenleving bij een D66'er, een liberale hedonist of een levensgenieter pur sang maar toch niet bij een CDA'er. Ik dacht dat hun geestelijke bagage groter is dan de opvatting dat het leven een lange kermis is? Horen niet juist CDA'ers te beseffen, maar ik kan me natuurlijk vergissen, dat liefde voor de medemens geen vrijblijvende zaak is die je kunt afkopen met een zorgpremie en wat extra belastingen? Is het niet juist menslievendheid en medemenselijkheid die ons pas tot mensen maakt?

Wat moet ik anders met mensen als de Italiaanse Mirella die op de foto hierboven bezig is haar man te verzorgen waar ze 43 jaar mee getrouwd is en die al 6 jaar Alzheimer heeft? Moet ze hem dan maar een Drion pil geven of liever nog, moet hij niet zelf besluiten een Drion pil nemen? Dan heeft zij tenminste nog wat plezier in het leven en is hij niet meer afhankelijk van haar zorg. Dat laatste wordt tegenwoordig namelijk al net zo verschrikkelijk gevonden. Niets is zo erg in onze super geïndividualiseerde samenleving als afhankelijk te zijn van je naaste. Alsof de mens niet wezenlijk een sociaal wezen is dat vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood op de een of andere manier verbonden is met de ander.

In onze samenleving is men zo ver geïndividualiseerd dat men zelfs bang is geworden om afhankelijk te worden van iemand anders. We durven dat niet meer aan. We denken dat het onze menselijke waardigheid aantast. Tsja, als je jezelf een god waant dan is het al gauw gedaan met je waardigheid. Daar komt nog bij dat het geld kost, geld waarmee de jongere generatie een plezierig en aangenaam leven zou kunnen kopen. Alsof lijden, leed en zorg niet bij het leven horen? In een samenleving van overvloed als de onze dus blijkbaar niet meer.

W.Eugene Smith, Tomoko Uemura in her bath, Minimata 1972.Als gevolg van industriële vervuiling met kwik in het Japanse Minimata lijdt Tomoko aan het Minimata syndroom.
Wat moet ik dan met de foto van Eugene W.Smith waarop we een Japanse moeder zien die haar dochter in bad doet en verzorgt? Moet die moeder haar kind dan maar de Drion pil geven want dan heeft zij tenminste nog een leven en ook meteen de waardigheid van de dochter gered. De dood met de Drion pil maakt haar voor eeuwig onafhankelijk.

Ziet Ton niet dat zijn humane redenering uiteindelijk leidt naar het inhumane samenleving die zich ontdoet van al het menselijk leed en lijden uit naam van de waardigheid van de mens en de maatschappelijke kosten? Nee Ton, het is allemaal niet zo eenvoudig als je denkt. Mens zijn is ingewikkelder dan ze ons op TV willen doen geloven.

donderdag 14 februari 2013

HET MELANOOM

Het flebitisspuitje tegen klontering van het bloed wordt met zachte en vriendelijke hand gegeven.

Vijf jaar geleden werd door de huidarts een verdachte huidvlek op mijn rug gevonden. Ze zou het opsturen voor nader onderzoek. Op het volgende consult, 2 weken later, zei ze dat ze vervelend nieuws had. Ik keek haar verbaasd aan. Ik was het verdachte vlekje volledig vergeten. Het was kwadaardig en ik moest het dus maar vlug laten weghalen. Zo gezegd, zo gedaan. In een mum van tijd had ik een afspraak in het Leuvense Ziekenhuis alwaar de vlek met enkele centimeters er omheen door gezellig kletsende jonge meiden vakkundig werd weg gesneden.

Dat was dat. Wel moest ik voortaan jaarlijks in Leuven op controle komen. Halverwege het jaar moest ik op controle gaan bij mijn huidarts in mijn eigen woonplaats. Toevallig viel de grote controle in het ziekenhuis telkens aan het begin van het nieuwe jaar. Zodoende begon ik de jaren daarna telkens op geruststellende wijze. Er werd namelijk niks ongewoons gevonden. Totdat 2 jaar geleden, bij de jaarlijkse controle in het Leuvense Gasthuis, in het littekenweefsel van de weggesneden vlek een ongerechtigheid werd aangetroffen. Was het goed of kwaadaardig? Na overleg werd besloten om het maar meteen weg te snijden. Aldus geschiedde, opnieuw door 2 vakkundige meiden. Een week later werd me telefonisch meegedeeld dat het een goedaardig gezwel was geweest. Geheel gerustgesteld ging ik weer verder met mijn leven.

Begin dit jaar ging ik opnieuw in het volste vertrouwen naar de jaarlijkse controlebeurt in Leuven. Maar deze keer was het nieuwe jaar me minder goed gezind. Er werd een melanoom aangetroffen in mijn linker okselklieren. De toeziende professor kwam me zelf vertellen dat ik het meteen operatief moest laten verwijderen. Met mijn voorafgaande ziektebeeld was dit hoogst waarschijnlijk een melanoom, d.w.z. een kwadaardige tumor. Ik was beteuterd. Wat is dat nu? De daarop volgende uitleg over de operationele ingreep vond ik niet geruststellend: een moeilijke plek, er zouden huidzenuwen moeten worden doorgesneden en ik zou ongeveer 2 weken met een drain lopen want er komt bij zo'n operatie nogal veel vocht vrij.

Voor de patiënten ter been is er koffie om de hoek in een zaaltje waar je kunt lezen en praten met lotgenoten.
De assistent stelde voor om zo spoedig mogelijk voorafgaand aan de operatie een gecombineerde PET/CT scan te laten maken om te zien of er nog meer tumoren in mijn lichaam zaten. Binnen een week zat ik weer in Leuven. De scan nam ongeveer 2 uur in beslag o.a. vanwege de benodigde inspuiting met een vloeistof waarin een heel kleine dosis uranium zit. Ik moest denken aan het horloge uit mijn middelbare schooltijd. Dat had met uranium verrijkte groen lichtgevende wijzers zodat ik ook in het donker voortaan zou weten hoe laat het was. Nu, straks zou ik ook weten hoe laat het was. De uitslag van de scan donderdag daarna was geruststellend. Het kwaad bleef beperkt tot de al vastgestelde melanoom in de klieren van de linker oksel.

Nu dan de operatie. Die volgde binnen 10 dagen op de oncologische afdeling te Leuven. Een en ander werd vlot telefonisch geregeld. De opname verliep uiterst soepel telkens begeleid door vriendelijke verpleegsters. De operatie de volgende dag ging ook al gemakkelijk. Voorafgaand had ik nog een gesprek met de professor. Het was een aangenaam gesprek over de operatie en het vervolg daarvan. Ik werd op woensdag geopereerd. De genezing verliep zo voorspoedig dat ik tot mijn grote verrassing en die van mijn vrouw, de vrijdagavond alweer naar huis mocht. Weliswaar met een drain maar dat mocht niet hinderen.

Het kleine zakflaconnetje met het vocht uit de wond, een redon geheten, hing in een klein wit zakje dat ik als een schoudertasje om had. De arm was nog pijnlijk maar voor de rest ging het wel. Vanaf de zaterdag kwam elke dag een verpleegster thuis langs om de wond te verzorgen, een spuitje te geven tegen klontering van het bloed, de hoeveelheid vocht in het flesje te noteren en indien nodig het flesje te vervangen.

Ik loop nu een week met mijn drain en ik heb net in het ziekenhuis te horen gekregen dat het nog wel een week zal duren. De professor wist me te vertellen dat 2 klieren waren aangetast. Over 3 weken hopen ze wat meer te weten over de aard van de tumor. Dan zullen ze me ook kunnen vertellen of er nog verdere behandelingen nodig zijn. Voorlopig is er niets aan de hand en kan ik dus – godzijdank- weer verder met mijn leven.

woensdag 13 februari 2013

DE PAUS

Maurizio Cattelan, La Nona Ora, 1999, mixed media, installation view, Kunsthalle Basel. Een wonderlijk beeld van deze kunstenaar die er zich op toe zou leggen om tegelijk tragische en karikaturale figuren te maken. Paus Paulus Johannes II ligt getroffen door een meteoor onverstoorbaar op de grond met het kruis nog in zijn handen. Wat wil Cattelan ons vertellen? Dat Pausen weliswaar getroffen kunnen worden door rampen maar dat ze geestelijk toch overeind -onverstoorbaar- blijven? Of is het de kwetsbaarheid van de Pauselijke macht die we hier zien? Ik bedoel maar, moderne kunst is niet gemakkelijk.


Het mooiste aan Pausen vind ik dat niet-Katholieken hem veel meer macht of invloed toekennen dan hij heeft. In Protestantse kring denkt men nogal eens dat de Paus bevelen geeft die getrouw door alle gelovigen gevolgd worden. De Paus mag dan een soort legerleider zijn, de organisatie van de RK Kerk is immers als die van een Romeins Leger, maar dat wil niet zeggen dat de gelovigen zich ook gedragen als zijn soldaten. Integendeel, de Roomse Kerk is ook gebouwd op het besef dat de geest gewillig is maar het vlees zwak. Om aan dat zeer menselijke probleem tegemoet te komen, heeft men de biecht als uitlaatklep die overigens prima past bij de idee dat God ook heel goed kan vergeven. De Katholieke God is geen heerszuchtige God.

In het schuldige (linkse) Westen wordt nogal eens gedacht dat als de Paus nu maar het gebruik van condooms zou goedkeuren het gedaan zou zijn met die rijke kinderscharen in Afrika of de verspreiding van aids. Wie in Afrika wel eens ooit verder gekeken heeft dan zijn hotel met zwembad, weet dat Afrikanen – hoe Katholiek ze ook zijn – hun seksuele gedrag absoluut niet laten afhangen van Pauselijke verordeningen. De Paus mag dan hun geestelijke leider zijn, dat betekent nog niet dat hij ook hun raadsman in hun bed is.

Geen mooiere demonstratie van de onmacht van de Paus op zedelijk vlak dan het zedelijke leven in het door en door Katholieke Latijns Amerika, met dank aan het koloniale Spanje en Portugal. Ondanks de heersende Katholieke moraal wordt in Latijns Amerika de seksualiteit bijzonder uitbundig gevierd voor, na en tijdens het huwelijk, wat overigens prachtig aansluit bij de al even uitbundige tropische natuur. Zijn de Latino's daardoor minder Katholiek? Ik dacht het niet. Ze belijden hun geloof al even uitbundig als hun seksualiteit. (Noord) Europeanen, gewend als ze zijn te redeneren over hun geloof in plaats van het als een mysterie van de geest te ervaren, is dat hoogst onbegrijpelijk. 

In het geseculariseerde Westen, weten ze ondertussen niet meer wat ze met de Paus aan moeten. Het wordt als achterhaald of zelfs achterlijk gedoe beschouwd, als iets uit de Middeleeuwen alsof toen de mensen geestelijk achterlijk waren. Wie een beetje nadenkt, weet wel beter. Om na te denken heb je geen computer, geen iPod of iPad nodig. Integendeel, over het algemeen kun je zeggen dat hoe minder wereldse ballast, hoe beter je kunt nadenken over zin en onzin van je bestaan.

D66, de partij die gelooft in het redelijke individu als het hoogste goed, wil het Vaticaan zijn diplomatieke status ontnemen. Dat mag van mij maar of dat de wereld ook maar een milimeter redelijker zal maken, het doel waar die partij naar zegt te streven, waag ik te betwijfelen. Dat het Vaticaan volgens D66 Europarlementslid Sophie in 't Veld niet transparant zou zijn en gemakkelijk toegang zou hebben tot de macht vanwege de diplomatieke status van het ministaatje is flauwekul. Geen staatje zo transparant in zijn opvattingen als het Vaticaan. Toegegeven tot ergernis van velen maar dat mag toch geen criterium zijn? In dat geval kan D66 maar beter meteen uit het Europees Parlement stappen.

In tegenstelling tot Koningin Beatrix heeft de Paus geen erfopvolger. De RK Kerk heeft dus toch nog een republikeins trekje. De Paus wordt gekozen door het collega van karidinalen. Speculaties over de opvolger van de atredende Benedictus zijn er dan ook volop. Die draaien om twee zaken. De veronderstelde noodzaak van een jonge, energieke Paus en de mogelijkheid dat een niet-Europese, een niet-blanke Paus zal worden gekozen. Ik denk dat de kardinalen dit soort zaken wel meenemen in hun overwegingen maar of ze de belangrijkste zijn, waag ik te betwijfelen. Zij zullen zich laten leiden door de vraag in wie van hun collega's zij hun vertrouwen kunnen stellen als geestelijk en wereldlijk leider. Het blijft dus mogelijk dat de nieuw gekozen Paus niet jong is en wel een blanke Europeaan. De wegen van de Heilige Geest zijn immers ondoorgrondelijk en dat bedoel ik niet spottend. 

dinsdag 12 februari 2013

REVE:VAN IRONIE TOT KLUCHT?

Gerard Reve en Joop Schafthuizen (links voor de kijker) heffen samen het glas.

Het vergt veel van mijn uithoudingsvermogen om deel 3 van de biografie van Gerard Reve uit te lezen.* Ik word niet vrolijk van het leven dat onze Grote Schrijver heeft geleid, zeker niet dat van zijn latere jaren. Je zoekt naar signalen waar de spot, de ironie ophoudt en de ernst begint maar die vindt je niet. Nop Maas, die Reve ook persoonlijk heeft meegemaakt, komt er ook niet uit. Zo vraag je je af wat nu eigenlijk de aard van Reve's bekering tot het Katholicisme is geweest? Een leven lang volgehouden wraak op zijn Communistische jeugd, een zoektocht naar een diepere zin en betekenis van zijn leven, een spel om de linkse intellectuele scene op stang te jagen of een vlucht in het mysterie omdat hij het anders ook niet meer weet?

Dezelfde vraag kun je stellen over zijn racisme. Is het pure ironie dat hij negers afschildert als inferieur en gevaarlijk voor het blanke ras? Is hij echt gecharmeerd van het Zuid Afrikaanse apartheidsregime of wil hij daarmee alleen maar kanttekeningen zetten bij het linkse salonsocialisme dat vooral in  Amsterdam onder burgemeester van Thijn hoogtij vierde? Net als kunstbroer Willem Frederik Hermans was ook Reve niet meer welkom in Amsterdam. Waar een stad al niet groot in kan zijn. In plaats van, ik noem maar wat, de woningnood en de krakersplaag op te lossen, bestreed de Amsterdamse PvdA het Zuid Afrikaanse blanke apartheidsregime via twee van de beste naoorlogse schrijvers die Nederland gehad heeft.

Ik denk dat een eenvoudig zwart/wit antwoord op deze vragen niet kan worden gegeven. De materie is er te ingewikkeld voor. Orthodox gelovigen weten bijvoorbeeld ook nooit helemaal precies wat ze nu eigenlijk geloven. Daarom zitten ze alsmaar in hun heilige boeken te lezen of ze daarin kunnen vinden hoe het nu eigenlijk elkaar zit. Maar het gevolg is alleeen maar meer verschil van mening, ruzie en conflicten soms tot de dood toe. Zo schept elke openbaring zijn eigen conflicten, zijn sectarisme en fanatisme. Het tragische bij dit alles is dat de rede het ook niet kan oplossen.

De RK Kerk heeft dat probleem opgelost met een strakke van bovenaf georganiseerde kerk naar het model van het Romeinse leger. Een Pauselijke Bevelhebber aan de top kan in gevallen van twijfel onfeilbare uitspraken doen over het geloof. Reve leunt tegen deze kerk aan zonder zich er aan uit te leveren. Eigenlijk schept hij zich een eigen geloof dat vooral draait rond Maria als de Moeder van God. Een troostgeloof waarin hij zijn seksuele spanningen en Revistische fantasieën over de Meedogeloze Jongen een plaats kan geven. Soms doet hij moeite om een en ander uit te leggen aan het mensdom, soms roept hij dat hij het zelf ook niet weet waar dat allemaal heen moet.

Het relaas van zijn huwelijk met zijn vriend Matroos Vosch, alias Joop Schafhuizen, is uiteindelijk diep triest. Het houdt veel langer stand – tot zijn einde – dan al zijn voorafgaande affaires met mooie jongens. Als ik alles wat geschreven staat, moet geloven, dan was het van meet af aan een vechthuwelijk met als basis wederzijdse berekening. Het woord liefde ben ik niet tegengekomen, terwijl het daar toch om zou moeten draaien als ik de eerdere boeken van Reve moet geloven. Schafthuizen verschafte Reve een zekere mate van veiligheid en zekerheid in diens steeds stuurlozer wordende leven. Reve besefte dat hij dat houvast nodig had ook al was het soms een dwangbuis. Meerdere malen, zo lees ik, vraagt hij vrienden en bekenden om niks te laten weten aan Joop. Soms zelfs verzint hij verhalen om maar geen ruzie met Joop te krijgen. In ruil voor de geboden vastig en veiligheid mag Schafthuizen in de loop der jaren steeds meer beschikken over geld en middelen van Reve om er zijn eigen dingen te doen ( bijvoorbeeld kunst verzamelen). Uiteindelijk eigent Joop zich de zeggenschap toe over alles wat Reve doet, zelfs over diens vriendenkring. Hij stuurde mensen die hem niet bevielen uit naam van Reve de laan uit. In plaats van een huwelijk tussen 2 geliefden, kun je – zeker in de laatste jaren van Reve – msschien wel van een duivelsverbond spreken.

Langzaam maar zeker neemt Schafthuizen het leven van Reve in handen. In het begin probeert Reve er nog onderuit te komen door stiekum ontmoetingen te organiseren of dingen aan te schaffen. Maar met de voortschrijdende geestelijke en lichamelijk aftakeling van Reve wordt zijn sociaal isolement steeds groter en de greep van Schafthuizen steeds strakker. Uiteindelijk beslist Schafthuizen in naam van Reve over welke uitgever nog werk van Reve mag uitgeven (uitgever Veen wordt na tientallen jaren van zorgvuldig uitgeefwerk genadeloos aan de kant gewerkt waarbij ook persoonlijke banden zonder pardon overboord worden gegooid), over de inrichting van een door het Letterkundig Museum te organiseren tentoonstelling enz. Hij bemoeit zich zelfs met de intiemste vriendschappen van Reve zoals die met zijn voormalige vrouw Hanny Michaelis. Het is Schafthuizen die haar telefonisch verbiedt om nog langer contact te mogen hebben met Reve.

Niemand die er iets aan doen kan waardoor Schafthuizen steeds brutaler en arroganter wordt. Personen die het wagen om ook maar een enkele kanttekening te plaatsten bij zijn voornemens en plannen met het werk van Reve, worden van de ene dag op de andere dag verbannen uit hun sociale én zakelijke leven. Nu ging Reve zelf ook niet zachtzinnig met familie, vrienden en kennissen om, maar in tegenstelling tot Schafthuizen is dat tot op zekere hoogte het privilege van een Groot Schrijver. Al hoewel de hatelijkheden tegen zijn broer Karel soms wel heel erg ver gingen. Iemand dood wensen doe je niet, maar zeker niet je eigen broer. Reve draaide er zijn hand niet voor om.

Besefte Reve niet meer wat zulke woorden betekende? Voelde hij het gewicht van zijn woorden niet meer door het veelvuldige gebruik van ironie en verhaspeling van ernst tot pseudo ernst en clichés? Of scherper geformuleerd, was hij uiteindelijk verdwaald in zijn eigen klucht? De klucht die hij telkens opnieuw opvoerde voor zijn publiek? Je kunt niet ongestraft een leven lang – hoe scherpzinnig ook – de ironische clown uithangen alsof de werkelijkheid geen gewicht meer heeft. Je verliest dan uiteindelijk het contact met die werkelijkheid. Misschien was dat wel de grootste tragiek in het leven van Reve. Langs de weg van de ironie raakte hij verdwaald in het leven zelf waardoor zijn eigen leven een klucht werd.

* Nop Maas, Gerard Reve, Kroniek van een Schuldig Leven, De Late Jaren 1975 – 2006, G.A. Van Oorschot, Amsterdam.     

zondag 10 februari 2013

VERLANGEN NAAR EEN SNEEUWLANDSCHAP


PETRUS, 'Verlangen naar een sneeuwlandschap', potlood en acryl op papier. (56 x 76 cm)