De goden zijn me gunstig gezin. Schrijf
ik wat over de rol van kunstverzamelaars op de kunstmarkt en in de
musea, lees ik een interview met kunstverzamelaar Bert Kreuk.(NRC
Handelsblad van 21/22 februari, blz.23) Aanleiding voor het interview
is een aanstaande tentoonstelling van werken uit Kreuk's verzameling
in het Gemeentemuseum Den Haag. De samenwerking tussen het
Gemeentemuseum en Kreuk is begonnen in 2009 toen Kreuk een Mondriaan
langdurig in bruikleen gaf aan het museum. Het Gemeentemuseum kan
zich niet veroorloven wat Kreuk als voormalig zakenman wel kan,
namelijk het aankopen van hedendaagse kunst. Het Gemeentemuseum heeft
daar doodeenvoudig het geld niet voor.
Hoe is Kreuk tot zijn verzameling
gekomen? 'Bij kunst ga ik op mijn instinct af' zo luidt het citaat
tevens de kop van het artikel. Verderop lezen we dat Kreuk een
autodidact in de kunsten is, niet uit een artistiek nest komt en
altijd met zijn bedrijf bezig was. Toch heeft hij nooit de behoefte
gehad zich door kunstexperst te laten adviseren. Bovendien is de
ambitie van Kreuk, zo zegt hij, een collectie van internationale
allure te vormen. Niets minder dan dat. Kreuk wil geen kleine jongen
zijn in de kunstwereld, zoveel is wel duidelijk.
Hoe Kreuk dit aanpakt, lezen we in het
volgende citaat van hem. “Het is mijn collectie. Ik laat me ook
niet leiden door dealers die zeggen: dit moet je kopen. Ik ga vooral
op mijn instinct af. Noem het een gut feeling.Ik
kan binnen vijf
seconden zeggen of iets authentiek is of niet. Dat is mijn criterium.
Ik moet een kunstwerk niet kunnen associëren met een andere
kunstenaar. Dan koop ik het niet.” Me dunkt, dit zijn woorden van
een zakenman die gewend is zijn collega's
af te troeven. Wat ik me bij
een instinct voor kunst moet
voorstellen en bij
authentiek, weet ik niet.
Het lijken me geen
gemakkelijke zoekcriteria. Waarom
een kunstwerk van de ene kunstenaar niet zou
mogen verwijzen naar dat van
een andere kunstenaar, weet
ik ook niet. Onze
kunstbeschaving is een bouwwerk waar velen aan hebben meegewerkt
en nog werken dan kan
verwijzen toch geen kwaad, zou je denken.
Ik ken Alex Israel niet dus heb ik wat opgezocht over hem op internet. Ik kwam terecht op een blog van GalleristNY met de titel "Who is Alex Israel, and why should I care?", "The artist as talk-show host;with a debt to Warhol." De blog begint als volgt : "Alex Israel is a youngish L.A. artist whose pastel-color panel paintings look like the sets of ’80s porn flicks; they’ve been selling like hotcakes at chic galleries in Paris and Berlin. I tried to see his recent one-man show at the übercool and cutting-edge Lower East Side gallery Reena Spaulings Fine Art, but the gallery is so übercool and cutting edge that, on the Friday afternoon I chose for my visit, it wasn’t even open." De rest van de blog is ook de moeite van het lezen waard. |
Ik
lees dat het bij hem ook gaat om de boodschap die een kunstwerk
uitdraagt. “Het hoeft niet alleen een mooi plaatje te zijn, de
intentie is het belangrijkst. Een kunstwerk moet prikkelen,
ontregelen. En
het moet vooruitstrevend zijn. Bij alle aankopen die ik doe, vraag ik
mij af: doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?” Ik
heb geen idee wat een 'vooruitstrevend' kunstwerk zou zijn? Is dat
geen synoniem voor 'hedendaags' want tegenwoordig beschouwen we ons
vergeleken met het verleden als 'vooruitstrevend'.
Gezien
het bovenstaande is het interessant te
weten bij welke onbetaalbare
kunst Kreuk met
zijn criteria is uitgekomen.
De NRC verslagggever laat ons
in ieder geval al weten dat “de expositie een kennismaking
betekent met kunstenaars die in de VS allang zijn doorgebroken maar
in Europa nog nauwelijks
getoond
zijn, zoals Alex Hubbard, Alex Israel of Mark Bradford”.
Gemeentemuseum directeur Benno Tempel zelf laat de lezer weten dat “
de musea in Nederland de boot nogal gemist hebben als het gaat om het
tonen en aankopen van de hedendaagse kunst. Kijk naar Jeff Koons
en Damien Hirst, die zijn door Nederlandse musea niet of pas veel te
laat aangekocht.”
Verzamelaar
Kreuk, daarin gesteund door Gemeentemuseum directeur Benno Tempel,
komt dus uit bij
de erkende hedendaagse vooral
Amerikaanse kunst, wat meteen ook verklaart waarom de aankopen zo
duur zijn. De titel van de
tentoonstelling is 'Grensverleggend.
Werken uit de collectie Bert Kreuk', maar
zo grensverleggend is de
tentoonstelling dus ook weer niet, behalve dan voor Nederland. Maar
het blijft
natuurlijk wel de moeite waard om het straks allemaal toch
met eigen ogen te gaan zien:
'Grensverleggend. Werken uit de collectie Bert Kreuk' te
zien van 8 juni t/m 29
september in Gemeentemuseum Den Haag.