vrijdag 1 maart 2013

WAAR WACHTEN WE OP?


Petrus, Waar wachten we op?, acrylverf op canvasfoto (90 x 160)

donderdag 28 februari 2013

GENERATIECONFLICT

Ouderen hebben meer verleden dan toekomst. Zij vragen zich af of de weinige toekomst die zij hebben nu ofinancieel en materieel bedreigd wordt door de crisis. Foto: Den Bosch 2006.

Deze keer loopt het hoog op tussen ouderen en jongeren. Een generatieconflict wordt het genoemd. Dat is het ook wel. Per slot van rekening gaat de aflossing van de wacht altijd wel met enig conflict gepaard. En laten we eerlijk zijn, mijn generatie, die van de jaren zestig van de vorige eeuw, heeft indertijd het slechte voorbeeld gegeven door er een héél dramatisch conflict van te maken tot zelfs gewelddadige politieke uitwassen zoals de Duitse RAF, de Italiaanse Rode Brigades en andere zogenaamde verzetsgroepen tegen het kapitalisme.

In Nederland is dat gelukkig beperkt gebleven tot de Kraakbeweging die met haar verzet tegen het privé eigendom meer knaagde aan de fundamenten van het kapitalisme dan het brand stichten van RaRa ter ondersteuning van de strijd tegen neo-kolonialisme, imperialisme en de Zuid Afrikaanse apartheid. Gelukkig is de schade beperkt gebleven. Je kunt stellen dat ditt generatieconflict in feite de pijnlijke geboorte was van de welvaartsmaatschappij. Wat we nu zien is misschien wel het einde daarvan, maar daarover straks meer.

Onder het mom van democratisering, met op de achtergrond de ketelmuziek van de popularisering (jaja toen ook al), verjoeg mijn generatie met praatjesmakerij – de Grote Mond van het Eigen Grote Gelijk – een groot deel van de naoorlogse generatie uit het openbaar bestuur en de politiek. Nieuw Links, Tien over Rood, bezetting van universiteiten gevolgd door 'democratisering' en vernieuwing enz. Het ging gelukkig niet zo ver dat de hele vooroorlogse generatie met een klap uit de maatschappij verdween. Dat zou pas echt rampzalig geweest zijn voor het land. Geprezen zij de gematigdheid.

Dan loopt het nu dus zeker niet zo'n vaart als toen. Het is geen politiek ideologisch conflict tussen generaties zoals toen, ook al zijn er uiteraard pogingen geweest om het ideologisch te verpakken. Jongeren zouden weer anti-kapitalistisch worden omdat het kapitalisme met deze financiële en economische crisis gefaald zou hebben. Het systeem heeft inderdaad op kritische punten gefaald maar om het daarmee op de vuilnishoop van de geschiedenis te gooien gaat te ver, al is het maar omdat niemand zou weten wat het alternatief zou moeten zijn. Natuurlijk zijn er de onverbeterlijken die flirten met het communisme en sommigen met het fascisme, maar de goegemeente beseft vanuit het verleden maar al te goed dat de remedie erger zou zijn dan de kwaal. Dus dat maar even niet.

Jongeren hebben meer toekomst dan verleden maar zij vragen zich af wat na de crisis de toekomst nog zal brengen. Zij zijn geneigd om de vorige generatie verantwoordelijk te stellen voor wat er nu mis gaat. Natuurlijk heeft die generatie enige verantwoordelijkheid maar veel wat in de wereld gebeurt ontsnapt aan de greep van iedereen. Foto: Den Bosch 2009
Het generatieconflict krijgt volgens de peilingen langzaam maar zeker wel een partijpolitieke uitlaatklep. Zo groeit de politieke partij 50 Plus Partij tegen de klippen op terwijl de PVV van Wilders zich weet te handhaven en de SP opnieuw in de peilingen stijgt. Het is duidelijk dat de oudere generaties een schuilplaats zoeken tegen de aanvallen op hun zogenaamde 'privileges'. Ook verschillende vakbonden dienen als schuilplaats tot verdriet van anderen die er een meer 'moderne vakbond' voor ogen staat. Het is daarom geen wonder dat de vakbonden nu met veel interne conflicten worstelen die tot nu toe vooral tot procedurele affaires heeft geleid.

Het grootste probleem tussen de generaties zijn de teleurstellingen die men materieel moet verwerken zonder dat er enig geestelijk verweer tegenover staat. Jong en oud worden sinds de crisis geconfronteerd met de vraag of de welvaartsmaatschappij nog wel houdbaar is. Het geloof in de welvaartsmaatschappij wankelt en niemand heeft enig idee of het uiteindelijk onder druk van de globalisering zal bezwijken of dat we in bijvoorbeeld Europa in staat zullen zijn een nieuwe balans te vinden waardoor het alsnog prettig leven is.

Deze materiële onzekerheid treft alle generaties. Het verschil is dat de oudere generatie zich in een betere uitgangspositie, voorlopig toch nog, bevindt dan de jongere generatie. Sinds de crisis blijkt de welvaartsstaat geen goudgerande polis meer te zijn tegen armoede, werkloosheid, ziekte en ouder worden. Het perspectief is door de crisis veranderd. Het is niet meer vanzelfsprekend dat het straks beter zal gaan of dat de ouderen zullen behouden wat ze hebben. Dat maakt bang en angstig en solidariteit met de minder bedeelden ineens een stuk moeilijker. Zolang je denkt dat je het straks toch weer beter zult hebben – materieel gesproken – is solidariteit niet zo moeilijk. Maar oh wee als de vooruitzichten negatief zijn. Pas dan wordt solidariteit echt moeilijk, zeker nu we als gevolg van gemakzucht en overdaad ook niet meer over de nodige geestelijke weerbaarheid beschikken.  

Nawoord.
Na het schrijven van dit blog, las ik tot mijn verrassing in Trouw van vandaag donderdag 28 februari een artikel van Arie van der Zwan 'De middenklasse mort de bakens worden verzet: het 'flexibele kapitalisme' in de beklaagdenbank'. Dat artikel gaat ondermeer ook over de mogelijke teloorgang van de welvaartsmaatschappij maar dan bezien vanuit een meer theoretische hoek.

woensdag 27 februari 2013

dinsdag 26 februari 2013

PROVINCIAAL SOCIALISME

Wanhopige fietsen verpesten het zicht op de Amsterdamse Grachten.

Je moet maar durven, politiek assistent bij de PvdA in Amsterdam zijn en dan die stad ook maar meteen tot de maat van het socialisme te maken. “De PvdA is een emancipatiebeweging, zoals de stad een emancipatiemachine is. U en ik zijn na eeuwen van staats- of godsdienstpaternalisme juist van die dwang verlost. In de stad en bij de PvdA zochten mensen hun geluk. Werk en jezelf kunnen zijn waren de ingrediënten van dat geluk. Los van de benauwende sociale groepscontrole van het dorp. Wordt dit geluk nu verruild voor een provinciaals socialisme?” *)

Kan de schrijver van dit citaat, Johan van Beek niet teruggestuurd worden naar school, desnoods op kosten van de PvdA? Een schooltje ergens in Groningen waar ze het aardgas uit de grond halen zodat hij leert waar het geld vandaan komt waarmee hij een grote mond kan hebben.

Sedert de Tweede Wereldoorlog (vorige eeuw!) is Amsterdam er niet in geslaagd om ook maar een begin te maken met een oplossing van de woningnood. De metro is een staaltje van geldverslindende projectmanie. De Betuwelijn is daarbij vergeleken haast een wonder van financieel vernuft. Jarenlang heeft een krakersplaag de stad ontsierd. De geld verslindende verbouwing van het Stedelijk Museum met zijn mislukte architectuur wordt in de doofpot gestopt. De verbouwing van het Rijksmuseum sleept zich voort van de ene naar de andere bureaucratische impasse. Toeristisch leeft de stad ondermeer van seksuele uitbuiting en mensensmokkel. Het parkeerbeleid is xenofoob. Overal verspreid door de stad liggen armzalige schroothopen van fietsen en zo kan ik nog wel even doorgaan. 

En dan die flinterdunne levensfilosofie dat “werk en jezelf zijn de ingrediënten van geluk” zouden zijn. Waar haalt Johan die vandaan? Ik mag hopen niet bij de Amsterdamse PvdA fractie of de gemeentelijke partijtop? En natuurlijk stuiten we weer op het vooroordeel van “de benauwende sociale groepscontrole van het dorp.” Heeft Johan zelf wel eens in een dorp gewoond?

Ik wel. Ik ben opgegroeid in Oss in de jaren veertig, vijftig en begin jaren zestig vorige eeuw. Johan zal het niet geloven maar ik heb daar een heel gelukkige jeugd gehad. Het had nog geen twintigduizend inwoners en was overwegend katholiek. Toch ben ik daar naar een uitstekende HBS geweest geleid door paters Carmelieten, er was een gymnasium, 2 bioscopen (Luxor en Cinema), een dansschool en veel gelegenheden om te dansen, optredens van rockbandjes in zalen en parochiehuizen, boekenwinkels, een veelsoortig verenigingslevens, grote fabrieken als Zwanenberg, Hartog, Philips, Organon (de uitvinder van De Pil) en het hoogtepunt van beschaving, lezers van de Volkskrant. Mooier nog, als bijverdienste ben ik een tijd lang bezorger van die krant geweest.

El Peche poseert met zijn vriendin Salome en zijn paard in het Mexicaanse dorpje San Miguel Regla, twee uur rijden van Mexico stad. Het stadsleven is voor mensen zonder geld meedogenloos. Op het platteland daarentegen wordt men niet zonder meer aan zijn lot overgelaten en is overleven in armoede gemakkelijker dan in de genadeloze stad. (foto Petrus)


Ik heb daarna gewoond in steden als de Colombiaanse hoofdstad Bogota (7 miljoen inwoners) en Mexicostad (10 miljoen inwoners of meer). Inderdaad, in die steden is geen sprake van benauwende groepscontrole maar wel werkloosheid, armoede, eenzaamheid, ziekte, honger en al die andere nadelen van het grote stadsleven voor mensen met een minder dikke portemonnee . Daar leerde ik dat als je arm en ziek bent je beter op het platteland kunt wonen want die groepscontrole daar zorgt er wel voor dat vrienden, buren en familie zich over je ontfermen. Dat beseften ontwikkelingsorganisaties ook en daarom werden er plannen gemaakt om het platteland te ontwikkelen om zodoende de trek naar de stad te verminderen. Want net als Amsterdam, trekken steden als Bogota en Mexico stad zoveel mogelijk geldmiddelen en dus mensen naar zich toe. Misschien iets om over na te denken zodat je ooit misschien nog eens van een provinciaal socialist een echte wereldburger wordt.

*) Zie: 'De PvdA kan beter uit de buurt van de SP blijven' van Johan van Beek, politiek assistent bij de PvdA te Amsterdam, in de Volkskrant van 25 februari j.l.

maandag 25 februari 2013

REQUIEM: HET LIED VAN VERDRIET


Petrus, Requiem:het lied van verdriet, potlood en acryl op papier (56 x 76 cm)