vrijdag 31 mei 2013

ZWEEDS VERBOD OP FOTOGRAFEREN PERSONEN

Een digitale fotobewerking van Petrus
In Zweden is het voortaan verboden personen te fotograferen zonder toestemming vooraf. Ook in een publieke ruimte.

donderdag 30 mei 2013

JAN PRONK

Jan Pronk blijft de strenge radicaal die hij altijd al geweest is. (digitale fotobewerking door Petrus)


Ik heb de afscheidsbrief van Jan Pronk aan de PvdA gelezen. Een lange brief, eigenlijk een essay en dan wel helemaal in de traditie van Pronk. Hij heeft altijd veel te vertellen gehad, als minister, als kamerlid en waarschijnlijk ook in zijn internationale functies. In feite draait zijn opzegging om 2 punten: vreemdelingenbeleid en ontwikkelingssamenwerking.

Pronk vindt dat de partij met zijn steun aan het huidige kabinetsbeleid de beginselen van de sociaal democratie verraadt.Hij verwoordt het als volgt in de brief:“De basiswaarden van de sociaaldemocratie in het geding zijn. De kern daarvan wordt gevormd door het beginsel van solidariteit. Dat beginsel is terzijde geschoven”. Een hard oordeel maar niet zo verwonderlijk als je weet dat Pronk altijd een radicale man is geweest. Met deze brief blijft hij trouw aan zijn radicalisme maar veronachtzaamt de nieuwe tijd.

De vraag is echter waarom Pronk geen oog heeft voor verzachtende omstandigheden waardoor hij zijn oordeel wat meer zou kunnen aanpassen aan de eisen van de tijd. Pronk is een kind van de almaar groeiende welvaart. De bomen groeiende de hemel in, de koek werd alsmaar groter. Hij is ook een kind van het post kolonialisme, de tijd dat de Europese mogendheden met Nederland voorop door de internationale ontwikkelingen gedwongen werden zich terug te trekken uit hun voormalige kolonies. De nieuwe staten bleven nooddruftig achter. Een economie gebouwd op de noden van het moederland, een laag opgeleide bevolking, een kleine bovenlaag opgeleid in het koloniale moederland, geen stabiele middenklasse, geen ervaring met democratie enz.

We zijn nu 50 jaar verder en de wereld is veranderd dank zij o.a. de inspanningen van Pronk zelf. Zijn niet aflatende inzet voor een betere verdeling van de welvaart op wereldschaal, voor internationale sociale rechtvaardigheid, voor vrede en veiligheid verdient respect en bewondering. In voormalige armoede landen als India, Brazilië en China is als gevolg van interne ontwikkelingen het besef doorgedrongen dat men zelf verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van zijn land.

De ontwikkeling van die landen mag zich dan wel niet langs de weg van het socialisme voltrekken, zoals Pronk en velen met hem gedacht en gehoopt hadden, maar er wordt wel aan armoede bestrijding gedaan, verhoging en verdeling van de groeiende welvaart. Dat lijkt me een groot winstpunt, waar we halverwege de jaren zeventig nog niet eens van konden dromen. Meer nog, de genoemde landen zijn niet langer slachtoffer van nationale en internationale omstandigheden maar nemen hun lot zelf in handen en spelen nu zelfs een rol op het wereldtoneel, weliswaar nog bescheiden maar toch.

Dit en nog vele andere ontwikkelingen maken dat ontwikkelingssamenwerking als speerpunt voor herverdeling van de welvaart op wereldschaal zijn langste tijd gehad heeft. Er zijn nu andere speerpunten die wel zo belangrijk zijn. Ik denk dan aan steun aan internationale instellingen voor wereldhandel, de Wereldbank, regionale banken, het IMF, de internationale arbeidsorganisaties, het internationaal strafhof, de Europese Unie en niet te vergeten het internationale privé kapitaal dat zorgt voor vele malen grotere investeringen in Derde wereld landen dan wat ooit ontwikkelingssamenwerking heeft kunnen doen. Pronk zou daar blij mee moeten zijn in plaats van het vingertje te heffen naar zijn partij.

Kom ik op de kwestie van het vreemdelingenbeleid. Pronk schrijft daarover in zijn brief het volgende: “Een dergelijk afscheid van sociaaldemocratische beginselen doet zich ook voor in het vreemdelingenbeleid. Dat is in ons land gedurende de laatste tien jaar steeds harder en inhumaner geworden. Het recente regeerakkoord zet die lijn voort. Het desbetreffende hoofdstuk rept niet over solidariteit met mensen die vluchten voor onderdrukking, discriminatie, geweld en een onleefbare situatie in hun thuisland. Het gaat vooral over eisen stellen, doorwerking van eenmaal opgelegde inreisverboden, ontzegging van verblijfsvergunning, bemoeilijking van rechtsgang, uitsluiting en uitzetting van vreemdelingen.”

Pronk blijkt ook op dit punt een blinde vlek te hebben voor de ontwikkelingen in de laatste 50 jaar. Me dunkt dat het Nederlands beleid ondanks dat de touwtjes worden aangehaald nog steeds een van de meest humane is in de wereld. Maar het is ondertussen wel harder geworden of moet ik zeggen minder genereus? Dat komt omdat de asielzoeker niet alleen meer de man of vrouw is op de vlucht voor onrecht en onderdrukking zoals Pronk het idealistisch beschrijft, maar onder hen ook economische vluchtelingen zitten. Moet Nederland ondanks deze ontwikkeling zijn deuren wijd openhouden zodat Nederland straks welf gene welvarend land meer is? Kun je dat als politieke partij maken?

De huidige PvdA is binnen zijn humane traditie op zoek naar een balans tussen het een en ander. Dat lijkt me normaal. De beginselen van de sociaal democratie moeten aangepast worden aan de nieuwe tijd. Pronk zou daar meer begrip voor moeten hebben in plaats van de kansel opnieuw de beginselen te prediken zonder oog te hebben voor wat er in zijn gemeente afspeelt. Ondertussen heeft Pronk wel bereikt dat ik een lans breek voor de PvdA, terwijl ik al vele jaren geen lid meer ben van die partij en er ook niet op stem. Het kan verkeren.

dinsdag 28 mei 2013

WIT HUIS AAN ZEE

Petrus, Wit Huis aan Zee, acrylverf en potlood op papier, 55 x 75 cm


Als je bij bovenstaand schilderij denkt aan Malevitsj dan is dat juist. De Oekraïnse schilder Kazimir Malevitsj (1878 – 1935) heeft namelijk gelijksoortige schilderijen gemaakt. De twee mij bekende schilderijen heb ik hierbij afgebeeld. Ik zag Malevitsj voor het eerst jaren geleden op een grote tentoonstelling in Wenen en was meteen onder de indruk van zijn werk. Vooral zijn zoektocht naar eenvoudige vormen en kleuren die hij 'suprematisme' noemde, sprak me erg aan. Ik was zelf ook in zo'n zoektocht terecht gekomen maar dan langs de weg van oude en nieuwe Nederlandse meesters zoals Mondriaan en Vermeer.

Kazimir Malevitsj, Landschap met 5 huizen, 1928-1929

Suprematisme was een door Malevitsj opgerichte schilderkunstige stroming die vanuit de werkelijkheid tot abstraherende vormen komt. Malevisj wees daarmee het constructivisme af, abstracties gebaseerd op puur technische beginselen. Voor Malevitsj was niet de techniek uitgangspunt maar de werkelijkheid. Uiteindelijk werd zijn weg steeds abstracter om uiteindelijk te eindigen bij het beroemde 'Zwarte Vierkant' dat het einde van 'oude kunst' zou zijn en een begin van een 'nieuwe' moderne kunst.

Kazimir Malevitsj, Het Rode Huis, 1932

Die nieuwe kunst zou zijn eigen werkelijkheid scheppen. Bij Malevitsj vanuit de natuur of de werkelijkheid zoals Picasso ook deed. Bij Mondriaan op basis van een eigen innerlijke werkelijkheid en niet meer naar de natuur of de werkelijkheid. Mondriaan en Malevitsj hebben samen met veel andere schilders uit die tijd gemeen dat ze op zoek waren naar het wezen van de kunst en daarmee van ons bestaan. Een bestaan dat volgens hen niet puur materieel was te definiëren ook al kun je het alleen maar langs de weg van de materie uitdrukken. Geest in materie dus.

Die zoektocht zal wel nooit eindigen. Natuurlijk, je kunt het materialisme tot het begin en het einde van alle dingen verklaren maar het vermoeden dat er meer is dan materie blijft bestaan. Waar anders halen we onze kennis, onze inzichten en ons bewustzijn vandaan?

Terug naar het schilderij. In tegenstelling tot Malevitsj, zo ontdekte ik toen ik zijn schilderijen weer eens bekeek, schilder ik een zon en een wolk. Een duiding van ruimte en licht zonder overigens de bijbehorende schaduwen te schilderen. Zo realistisch is dit schilderij immers ook weer niet. 

De schilderijen van Malevitsj zijn vooral bedoeld als een onderzoek naar  horizontale versus verticale lijnen, rechthoekige vormen en de kracht van kleuren. In het tweede schilderij voegt hij er een golvende zee toe als om te zien wat dat voor effect heeft op de strakke lijnen. 



maandag 27 mei 2013

MONSTERVERBOND LEONID BREZNJEV, FIDEL CASTRO EN JORGE VIDELA


In het midden de onlangs gestorven Argentijnse dictator generaal Jorge Videla. Hij blijkt met Breznjew een akkoord te hebben gesloten voor de export van Argentijns graan naar de Sovjet Unie. Daarmee doorbrak Videla een door de VS voorgestane graanboycot van de Sovjet Unie. Vanwege zijn economische afhankelijkheid van de Sovjet Unie beloofde Fidel Castro mee te werken aan dat akkoord door onderzoek naar de schending van de mensenrechten onder de dictatuur van de Argentijnse Junta te boycotten. 
Dat internationale politiek meer een kwestie van ordinaire koehandel is dan van idealisme, mag bekend worden verondersteld. Zo kochten ten tijde van de Koude Oorlog de VS en de Sovjet Unie regelmatig stemmen in de VN door gunsten te verlenen aan regeringen van allerlei slag. De Koude Oorlog mag dan met de val van de muur gedaan zijn, toch zal het me niet verbazen dat dit nog steeds gebeurt en niet alleen door de grootmachten. Frankrijk en Engeland zullen zich ook niet onbetuigd laten in dit spel, net zo min als bijvoorbeeld opkomende grootmachten als India en China. Daarom alleen is voorzichtigheid geboden met het ideaal om van de VN een soort wereldregering te maken.

Maar soms sta je versteld hoever zulke zaken kunnen gaan. Wie had gedacht dat er een soort van driehoeks-verstandhouding bestond tussen de bloedige Argentijnse militaire dictatuur van de onlangs overleden generaal Videla, de Cubaanse Revolutionaire Commandant Fidel Castro en de Sovjet dictatuur onder leiding van Breznjew? Toch blijkt dat het geval geweest te zijn als ik de blog 'Stoffige waarheden' (19 mei jl.) van Martin Guevara , een neef van de grote held Che Guevara, mag geloven.

Het is begrijpelijk dat hij als zoon van een broer van Che Guevara nog emotioneler schrijft dan we gewend zijn van Latijns Amerikanen en in het bijzonder Argentijnen. De blog heeft daarbij enigszins het karakter van een bekentenis in de zin dat hij en vele van zijn linkse makkers lang gezwegen hebben over deze misdadige koehandel van Fidel Castro en de Sovjet Unie met de mensenrechten. Over het waarom van dit zwijgen, schrijft hij niet veel meer dan het vermoeden van misplaatste loyaliteit waardoor hij bijna medeplichtig werd. Wat hij bedoeld met misplaatste loyaliteit is niet geheel duidelijk. Aan het hypocriete Cubaanse regime dat ook nog solt met de roem van zijn oom is hij niks verplicht, zo vindt hij. Waarschijnlijk gaat het om misplaatste loyaliteit aan een ideologie waar hij intussen afscheid van heeft genomen? Hoe dan ook, hieronder een vertaling van het eerste, tevens belangrijkste deel van zijn blog.

In dit Cubaanse propagandaboekje met 80 pagina's vol foto's en teksten over de vriendschap tussen Che Guevara en Fidel Castro zul je vergeefs zoeken naar een foto die waarlijk vriendschap tussen de beide revolutionaire helden uitstraalt.(Editorla Capitan San Luis, Havana, Cuba 2004.)

Tweede helft van de jaren '70. De regering van de Argentijnse militaire junta maakt enorme winsten door de boycot op graanverkoop aan de Sovjet Unie, die de Verenigde Staten aan hun satellietlanden voorstelden, te doorbreken. De Sovjet-regering onder leiding van Leonid Brezjnev gaf, ongeacht de duizenden linkse militanten die in concentratiekampen bruut werden gemarteld om vervolgens boven de Rio de la Plata uit vliegtuigen gegooid te worden, de opdracht om de Lenin orde op de borsten van de Argentijnse militaire leiders te spelden als erkenning voor hun bijdrage aan het Vaderland van de proletariërs.

Op zijn beurt geeft de Argentijnse militaire junta de opdracht om de orde van José San Martin op de borsten te spelden van hoge Sovjet officieren die daarvoor naar Argentinië reisden terwijl communistische vrouwen en mannen vanwege hun inzet voor de communistische zaak afgeslacht werden als varkens in de daartoe door de regering opgezette terreurgevangenissen om een einde te maken aan de Marxistische en Peronistische dreiging.

Vanaf 1976 tot 1982, het jaar waarin Argentinië de Malvinas eilanden bezet, beloofde de Cubaanse regering aan de Sovjet diplomaten bij de VN te zwijgen over de fascistische misdaden om de verkoop van granen door de revolutionaire en dappere regering van Jorge Rafael Videla, die daarmee de Noord Amerikaanse blokkade doorbrak, niet in de wielen te rijden. Meer dan eens hoorden de Argentijnse ballingen in Cuba hoe hun belangrijkste leider Fidel Castro Ruz in zijn ellenlange toespraken nooit de fascistische en dictatoriale praktijken noemde begaan in het land van Che Guevara, volgens hemzelf, een van zijn beste vrienden en een van zijn grootste strijders.

Voor een handvol roebels.
Nooit, zelfs niet op het Plein van de Revolutie, klaagde hij de Argentijnse militaire junta met naam en toenaam aan behalve met het eufemistische 'Andere'. In zijn toespraken noemde hij 'De fascistische regeringen van Chili, Bolivia, Uruguay en … Andere'. Mijn vrienden snapten daarom niet waarom wij in ballingschap in Cuba woonden, ze twijfelden als ik het hun uitlegde. Ze kregen de indruk dat onze regering niet zo slecht was om ervoor in ballingschap te gaan, beseften niet dat mijn vader er acht en een half jaar gevangen zat en dat er 30 000 mensen verdwenen waren, meer dan het dubbele van het aantal doden in Chili. Ik zag de tranen in de ogen van geharde mannen, militanten van linkse Argentijnse organisaties die in Cuba waren en de kruimels van hun ballingschap in stilte aanvaarden, als iemand die ongewenst onderdak kreeg. Ik zag de tranen toen ze een veroordeling verwachtten van het tribunaal voor de mensenrechten in Genève en Fidel op straffe van de Sovjet Unie, zweeg en de onderzoekscommissie voor de mensenrechten commissie in Genève naar die fascistische misdaden blokkeerde waardoor hij historisch medeplichtig werd aan deze misdaden. Toen hij moest zwijgen, las hij de voor intimi bedoelde afscheidsbrief van zijn vriend Che Guevara publiekelijk voor. Toen hij moest spreken uit naam van de revolutie om eer te bewijzen aan het vaderland van zijn vroegere vriend, zweeg hij.”

Graag verwijs ik nog naar de blog CUBA, alle informatie uit en over Cuba,mede de bron van deze blog. 




zondag 26 mei 2013

ZWEDEN

De Zweedse meubel multinational IKEA exporteert de Zweedse wooncultuur met verve en veel succes dank zij de combinatie van ordening, efficiency en lage prijzen. Veel producten worden in lage loon landen gemaakt waardoor de prijs extra laag kan blijven.

Tijdens een werkbezoek aan Zweden, in de jaren 80 van de vorige eeuw, kwam ik tot de conclusie dat Zweden staat voor sociaal-democratisch collectivisme: 90% van de boeren was lid van een enkele coöperatie, rond de 60% van de werknemers was lid van de vakbond , een Zweed was bij zijn geboorte nog altijd automatisch lid van de Zweedse staatskerk en de sociaal democraten waren al decennialang aan de macht. Vooral de laatste combinatie – staatskerk en sociaal democraten – verbaasde mij. Wat me ook verbaasde was dat ondanks dat Zweden een staatskerk had, de Christen Democraten geen rol speelden in de politiek. Vergeleken met Zweden is Nederland een vrijdenkersland met een voor de gemiddelde Zweed ongekende verscheidenheid in kerken, politieke partijen, vakbonden enz.

Hoe dat in de praktijk uitwerkte, leerde ik later bij de internationale vakbeweging. Dank zij de machtspositie van de sociaal democratische partij beschikte de sociaal democratisch georiënteerde Zweedse vakbonden over veel overheidsgeld voor ontwikkelingssamenwerking. Veel meer dan in bijvoorbeeld Duitsland of Nederland. De Zweedse vakbeweging kon daardoor, ondanks haar beperkte omvang vergeleken met bijvoorbeeld de Duitse vakbeweging, jarenlang onevenredig veel invloed uitoefenen in de sociaal democratisch georiënteerde internationale vakbeweging.

Daar is niks op tegen behalve dat de Zweedse vakbeweging weinig gevoelig bleek te zijn voor verscheidenheid. Voor de gemiddelde Zweedse vakbondsman betekent verscheidenheid meteen ook verdeeldheid. Voor de nieuwe vakbonden in Midden en Oost Europa na de val van de muur een onbegrijpelijke houding. Zij waren blij eindelijk is af te zijn van de ellende van het communistische vakbondsmonopolie en dan komen die Zweden zeuren over de noodzaak van eenheid. Voor de Midden en Oost Europese nieuwe vakbondsleiders een merkwaardige zaak zoiets te moeten horen uit de mond van democratische vakbondsleiders. Natuurlijk, het geld maakte veel goed want zo werkt het in de internationale praktijk natuurlijk ook.

Een zeker politiek arrogantie kan de Zweden ook niet ontzegd worden. Ten tijde van mijn werkbezoek waren ze maar wat trots op hun zogenaamde neutraliteitspolitiek in de Koude Oorlog. Ze bouwden hun eigen vliegtuigen en onderzeeërs. Toen ik opmerkte dat al die militaire stoerdoenerij alleen maar mogelijk was met de rugdekking van de NAVO, buurland Noorwegen is NAVO lid, was de sociaal democratische internationale secretaris not amused. Zeker niet toen hij moest toegeven dat Zweden de garantie van de NAVO had dat ze bij een aanval van de Sovjet Unie onmiddellijk zouden worden bijgestaan. Op die manier had Zweden wel de lusten maar niet de lasten van de NAVO. Ik denk dat veel linkse PvdA'ers in die tijd ook graag zo'n positie zouden hebben gehad.

De sociaal democraten en de vakbonden waren ook trots op hun steun aan de Chileense oppositie tegen de fascistische dictatuur van generaal Pinochet en hun steun aan het Cuba van Fidel Castro. Op mijn vraag waarom ze een communistische dictatuur als die van Castro steunden, werd de sociaal democratische partij secretaris boos. Ik bleef achter met het sterke gevoel dat Cuba een showcase was voor de Zweedse sociaal democraten om zich af te zetten tegen het kapitalistische Noord Amerika. Ook dat kwam me bekend voor.

Mijn conclusie was en is dat met onze traditionele pluriformiteit Zweden nooit een modelstaat voor Nederland zou kunnen zijn. Wat mij betreft maar goed ook. Ik heb de Nederlandse verscheidenheid in geloof, politiek, vakbeweging en wat dies meer zij lief. Dat maakt dat je geestelijke ademruimte houdt en internationaal niet kortzichtig wordt. Wat overigens niet wil zeggen dat Nederlanders internationaal af en toe ook wel eens flink de plank kunnen mis slaan, maar dat is een ander verhaal.

Gezien het bovenstaande is het verbazend dat er niet eerder rellen zijn uitgebroken in migranten wijken in Zweden. De enige verklaring is de rijkdom van Zweden waarmee ze tot voor kort elke ontevredenheid konden afkopen. Die tijd is blijkbaar voorbij. Zweden verkeert economisch in zwaar weer en dat heeft in de rafelrand van de samenleving meteen effect. Nu moeten de Zweden gaan nadenken over hoe ze de migranten in hun samenleving opnemen. Dat wordt een moeilijk karwei als je in aanmerking neemt hoeveel moeite Nederland er mee heeft ondanks zijn grote verscheidenheid. Ze zullen er de komende jaren en misschien wel decennia hun handen vol aan hebben. We heten Zweden welkom in de dagelijkse realiteit van Europa.