vrijdag 2 augustus 2013

WIM SPIT EN HET ERFGOED VAN DE KATHOLIEKE VAKBEWEGING

Een boeiende foto voor wie het nog weet (november 1973). De drie vakbondsvoorzitters zitten gebroederlijk naast elkaar. NVV voorzitter Wim Kok is de enige die in de lens kijkt. Links van hem CNV voorzitter Jan Lanser. rechts van hem de onlangs overleden Wim Spit. Links vooraan zien we de ministers Boersma (vooraan links) gevolgd door Den Uyl, Duisenberg en Lubbers van het Kabinet den Uyl dat net begonnen was.

Wim Spit is onlangs overleden. Hij is 89 jaar geworden. Hoeveel mensen zullen zich hem nog herinneren? Hij is de man die samen met Wim Kok, intussen een veel bekendere Nederlander geworden, de FNV heeft opgericht. Wim Spit was indertijd voorzitter van het NKV, het Nederlands Katholiek Vakverbond. Er was in de jaren 70 sprake van een samengaan van de 3 vakcentrales NVV (de socialistische vakbond) waarvan Wim Kok voorzitter was, het NKV met aan het hoofd Wim Spit en de Christelijke Vakcentrale CNV onder Jan Lanser.

Wie was Wim Spit?(1924-2013)

Zijn vakbondsloopbaan begon Wim Spit in 1948 op het A.C. de Bruijninstituut, het toenmalige scholingsinstituut van de Katholieke Arbeidersbeweging. Daar doorliep hij de kaderopleiding. In 1949 trad hij in dienst bij de RK-bond van spoorwegpersoneel St. Rafaël, waar hij opklom van assistent-bestuurder tot voorzitter. In 1967 kwam hij als secretaris in het verbondsbestuur van het NKV (Nederlands Katholiek Vakverbond). Daar volgde Wim Spit in 1973 Jan Mertens op als voorzitter.
Dat was precies de tijd dat het overleg tussen de drie vakcentrales NVV, NKV en CNV om tot meer eenheid te komen, uit elkaar viel omdat het CNV uiteindelijk afhaakte. Spit hield met overtuiging vast aan de ingeslagen weg en zette de plannen om samen te gaan met het NVV van Wim Kok voort.
Van 1976 tot 1981 was Wim Spit vicevoorzitter van de FNV. Hij stond aan de wieg van het FNV-secretariaat Vakbeweging, Maatschappij en Levensbeschouwing en wist draagvlak op te bouwen voor een nieuwe verhouding tussen vakbeweging en levensbeschouwelijke organisaties.



Vooruitlopend op een fusie van de 3 wordt met hulp van de Commissie Claus vernoemd naar Prins Claus, later de Nederlandse Commissie Ontwikkelingssamenwerking NCO, de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Vakbeweging SOSV, opgericht. Het CNV trekt zich echter terug uit de samenwerking. Wim Spit en Wim Kok gaan echter door en vanaf 1976 wordt er tussen de beide vakcentrales intensief samengewerkt. Wim Spit is vanaf dan tot 1981 vice-voorzitter van de FNV. In 1981 wordt hij opgevolgd door oud NKV'er Herman Bode. Wim Kok blijft voorzitter.

Tijdens zijn vice-voorzitterschap werd Herman Bode een bekende vakbondsleider. Met zijn uitspraak “Willen we naar de Dam, dan gaan we naar de Dam” in 1980 heeft hij en stukje vakbondsgeschiedenis geschreven. Dat was de tijd van de protesterende en actievoerende vakbeweging. Bode werd bij zijn afscheid in 1985 de laatste arbeider in de FNV top genoemd. De Nederlandse vakbeweging was toen van actievoerder een professioneel toegeruste onderhandelingsmachine geworden. Daarmee is de afstand tussen werkvloer en vakbondsbestuurders groter geworden. Of dat goed of slecht is, is moeilijk uit te maken want de werkvloer is ook veranderd, zeker in Nederland waar de dienstensector de industriële sector heeft overvleugeld.

Was de fusie tussen NVV en NKV misschien een voorbode van deze ontwikkeling? Hoe gek het ook mag klinken, eerder het tegendeel was het geval. In de jaren zeventig was mede onder invloed van de linkse studentenbeweging sprake van een soort “arbeiderisme” dat politiek vooral vertaald werd in “socialisme”. De PvdA begon aan een socialistische revival onder invloed van Nieuw Links en menig linkse student werd zelfs lid van de Communistische Partij Nederland die toen uitblonk in een arbeideristisch taaltje.

Arie Groeneveld spreekt stakers toe tijdens een staking bij het blikfabrtiek Tomassen & Drijver in Oss (februari 1977). Foto: Petrus

In de vakbeweging leidde deze ontwikkelingen tot een zekere herontdekking van de klassenstrijd. De bekendste voorman van deze stroming was Arie Groeneveld, eerst voorzitter van de Industriebond NVV (1969-1979) daarna tot 1983 voorzitter van de Industriebond FNV, tot stand gekomen door een fusie tussen de Industriebonden van NVV en NKV. Vooral voor de NKV bond was deze koers een hele ommezwaai. Aan het begin van de jaren 70 was Piet Brussel als voorzitter van de NKV Industriebond nog traditioneel anti-communistisch. De maatschappijvisie van Arie Groenevelt stond daar dus haaks op.

Dat uiteindelijk NVV en NKV elkaar toch vonden en het CNV afhaakte is achteraf niet zo verwonderlijk. Het NKV was mede onder invloed van onder andere de Politieke Partij Radicalen, eind jaren zestig een afsplitsing van de Katholieke Volks Partij en de Anti revolutionaire Partij geradicaliseerd. Je zou kunnen zeggen dat NKV leiders ideologisch naar het NVV toe groeiden. Binnen het CNV was zulks minder het geval. Dat bleek meer dan het NKV verbonden te zijn met een levensbeschouwelijke -Christelijke – visie. In de begin periode van het FNV onder Wim Spit was er nog een FNV secretariaat “Vakbeweging, maatschappij en levensbeschouwing” waar nog plaats was voor de Katholieke Levensbeschouwing. Bij gebrek aan inspiratie stierf dat secretariaat echter een langzame dood.

Was de fusie tussen NVV en NKV een gevolg van noodzakelijke eenheid van de arbeidersklasse in het kader van de herontdekte klassenstrijd zoals NVV kringen het graag zien, het afsterven van de vooral de Katholieke levensbeschouwelijke opvattingen ( de Nederlandse bisschoppen hadden groen licht gegeven) of was er nog wat anders aan de hand? Volgens mijn vader, indertijd bestuurder van de Katholieke Voedingsbond Sint Joris, was het niet zozeer een ideologische kwestie, maar een kwestie van geld. Het NKV zou in financiële problemen zitten.

Of dat waar is, weet ik niet maar vaak komen vakbondsfusies tot stand vanwege financiële problemen mede als gevolg van ledenverlies. Een fusie is dan ogenschijnlijk de gemakkelijkste oplossing. Samen heb je meer leden en dus weer meer inkomsten totdat blijkt dat het ledenbestand blijft afnemen en de inkomsten dus ook. De fusie blijkt slechts een  noodverband te zijn en geen oplossing voor het achterliggende probleem van ledenverlies en wie weet ook slecht financieel beheer.

Na de fusie werden uiteindelijk ook de links ideologische veren afgeschud net als later Wim Kok ook zou doen bij de PvdA. De FNV paste zich aan de sterk veranderde arbeidsmarkt in Nederland aan. Daarin was geen plaats meer voor wat voor klassenstrijd dan ook. Ondanks zijn beleden radicalisme schakelde de FNV soepel over naar het poldermodel, een model dat hoe gek het ook mag klinken ooit de basis was voor het ontstaan van de Katholieke en Christelijke vakbeweging.

Je zou daarom kunnen zeggen dat dank zij de fusie met het NKV de FNV alsnog overwegend een overlegbond is geworden en geen actiebond ook al wil tot op de dag van vandaag het heimwee naar actie nog wel eens de kop opsteken. Het erfgoed van het NKV is via Wim Spit alsnog goed terecht gekomen. Internationaal is dat helaas minder het geval, maar dat is een ander verhaal.



donderdag 1 augustus 2013

HYPOCRIETE RTL



Er is weer een leuk debat aan de gang in Nederland. Mag Oh Oh Cherso nu wel of niet? Het mooiste is dat het debat is begonnen door de bierbrouwers. Die doen hun best om de Nederlandse jongeren ervan te overtuigen om verantwoord te drinken, dus niet zuipen. Dat is een nobel streven dat natuurlijk ook hun portemonnee ten goede komt. Is dat erg? Ik denk van niet. Per slot van rekening drinken we allemaal wel eens wat en de meesten van ons doen dat op verantwoorde wijze.

Pubers en jong volwassen weten nog niet zo goed wat dat is en zetten het dus bij tijd en wijle op een zuipen. Dat mag. Je moet zo nu en doen eens uitproberen wat je aankunt en wat wel of niet verantwoord is. Zoals mijn vader al zei, je moet af en toe met je kop tegen de muur lopen. Dat is goed voor later. Dan weet je waar je met jezelf aan toe bent. Hetzelfde geldt voor seks. Tot zo ver niks aan de hand.

Maar wat doen commerciële zenders zoals bijvoorbeeld RTL met dat gegeven? Maken ze een verantwoorde documentaire over het alcohol en neuk probleem onder jongeren? Ze kijken wel uit. Daar valt geen stuiver mee te verdienen. Nee, ze maken jongerenshows die zogenaamd laten zien hoe de jongeren van vandaag neuken, zuipen, platvloers zijn en geestelijk in een zwart gat zitten. Dat alles tot vermaak van het grote publiek. Ze verdienen er grof geld aan. Zker als ze het format ook nog aan het buitenalnd kunnen verkopen.

Zelden heb ik dan ook zo'n hypocriete tekst gelezen als van Willem Bosch in de Volkskrant. Hij beweert dat het “de taak van een televisiemaker het inzichtelijk maken is van alle lagen in onze samenleving, zowel in gedramatiseerde als realistische vorm. Het mooie en elegante, het lelijke en stompzinnige evengoed. Met al zijn wansmaak is Oh Oh Cherso nog steeds een programma over bestaande Nederlandse jongeren met een bestaande Nederlandse voorliefde voor keihard zuipen. En dat is meer dan genoeg reden om het te willen laten zien.”

Een grove leugen.Die shows zijn net zo min realistisch als mijn klompen. Het is van haver tot gort geregisseerd om een maximaal effect aan sensatie te krijgen. Elke TV insider weet dat, net zo goed als de betrokken spelers. Allemaal voor de centen, verantwoord of niet. En dan die andere grove leugen. Zulke oproepen zouden tot censuur leiden, aldus Bosch. Oh oh wat klinkt dat jaren zestig vorige eeuw. Is er iemand die om censuur heeft gevraagd in Nederland? Nee, helemaal niet. Wat gevraagd wordt is dood normaal fatsoen en enig verantwoordelijkheidsbesef maar dat is teveel gevraagd aan deze goedwillende TV makers want dan kom je aan hun portemonnee en dat is niou net teveel gevraagd. Wat een hypocrisie.

woensdag 31 juli 2013

KELLENDONK'S MYSTIEK LICHAAM

Atelier Rembrandt, De Heilige Familie bij Avond, 1648, Rijksmuseum.


Ik lees niet meer zoveel romans als vroeger. Gewoonweg geen tijd ook al ben ik al weer jaren lang gepensioneerd. Er is teveel te doen om stil te zitten met een boek. Behalve als het over kunst gaat of met mijn werk te maken heeft, wat ik nog steeds een beetje doe. Maar soms komt het er toch van. Zo was ik al een hele tijd van plan om ook eens een boek te lezen van Frans Kellendonk. In willekeurige volgorde wilde ik dat om de volgende redenen.

Reve noemt hem en ik beschouw Reve als een groot schrijver dus zal het wel goed zitten met Kellendonk. Sentimentele redenen. Kellendonk is in den Bosch geboren, ik in Oss. Dat schept een band. We hebben beide een Brabants Katholieke achtergrond. Hij heeft net als ik in Nijmegen gestudeerd in de jaren 70. Hij studeerde Engelse taal en cultuur, ik sociologie en politicologie. De titel Mystiek Lichaam van zijn laatste boek sprak me aan al had ik geen idee waar het over ging. Ik was er nieuwsgierig naar. Op een zondagmiddag zag ik het boek 'Mystiek Lichaam' (Meulenhoff, Amsterdam, vierde druk 1987) liggen in een bekende boekenkraam op het Antwerpse antiekmarktje. Zodoende ben ik aan het lezen geslagen.

Ik ga er geen boekbespreking van maken. Er zijn er al genoeg te vinden op internet en bovendien is het niet mijn vak. Het was een verrassend boek, kan ik wel zeggen. Ik kwam er opvattingen in tegen die in deze tijd not done zijn.

Tijdens een etentje met haar vader, schetst zijn dochter Magda het verschil tussen mannen en vrouwen.

Mijn leven is een nachtmerrie Pappie.Het is niets dan werken en zorgen en 's avonds thuis die ongezelligheid waar een vrouw nog veel weerlozer tegen is dan een man. Mannen laten zich met raketten de eindeloze ruimte inschieten ze vinden het avontuurlijk om in hun ruimtepakken door die zwartheid te tollen terwijl ene vrouw zou sterven van onbehagen. Een vrouw wil het een beetje knus en warm hebben maar als je weet dat zwangerschapsverlof onder de ziektewet valt dan kun je nagaan hoe levensvijandig het toegaat op mijn werk. De medische wetenschap heeft geen eerbied voor het leven en wil helemaal niet genezen wat die wil is godgelijk zijn en in zijn laboratoria mensen scheppen waar de wind dwars doorheen waait die nooit rust zullen vinden omdat ze niet uit een vrouw geboren zijn. Mannen hebben geen vertrouwen in de meest klaarblijkelijke levensfeiten daarom doen ze alles wat God gedaan heeft nog eens over, bouwen ze hun schijnwerelden vol gammele torenhoge staketsels die toch nooit tot in de hemel zullen reiken. Al het scheppen van mannen komt voort uit gebrek aan geloof en vertrouwen. Wat mij dus het allerschattigste lijkt is een hummeltje aan mijn borst kan me niet schelen of dat ongeëmancipeerd is. Ik heb vijfentwintig jaar in de schoolbanken gezeten ik heb een verantwoordelijk beroep waar negenennegentig procent van de mannen te stom voor is en toch is het een mooiste wat ik bedenken kan een hummeltje aan mijn borst.”(blz. 53)

Zelf homoseksueel zijnde laat Kellendonk de broer van Magda, Leendert, het volgende zeggen:

Eeuwigheid, waar vind je nog eeuwigheid in dit tijdsgewricht? In de kunst een beetje, daar zijn woorden als eeuwigheid en onsterfelijkheid nog tamelijk gewoon. Dus is de nicht behalve jong of althans jeugdig ook artistiek of althans artistiekerig.Stileert hij zijn gebaren, draagt nostalgische of, als hij er geld voor heeft, de allerlaatste kleren, kan gene verhaal vertellen zonder er een hoogsteigen kunstzinnige en leugenachtige draai aan te geven. De Jugendstil is zijn lievelingsperiode. Alleen het woord al! …... De angst voor het niets vervalst zelfs het enige dat authentiek en oprecht is in de nicht, zijn liefde. Ook die wordt naäperij in zijn mannenwereld. Nergens ontmoet je zoveel Don Juans en nymfomane hotemetoten als juist daar.Hofmakerijen, echtverbintenissen compleet met trouw totterdood, jaloezie, gooi- en smijtwerk, alle vormen en conventies die zijn voortgekomen uit de zorg om het kroost, worden er zonder enige noodzaak en daarom lachwekkend geïmiteerd.De homoseksualiteit die buiten de geschiedenis staat en geen eigen vormen heeft, is tot imiteren en overdrijven gedoemd....Wat in de heterowereld gebeurt als tragedie, herhaalt zich in de homowereld als klucht. De liefde daar is trouw aan de vorm van de rechtgeaarde liefde en verraderlijk naar de inhoud. De liefde is parodie.” (blz. 120, 121)

Het is lange citaten geworden maar het is dan ook nogal wat, wat Kellendonk hier zijn personages laat zeggen. Men spreekt in dit verband van zelfhaat. Kellendonk zou zijn homoseksuele geaardheid haten. Dat zou kunnen maar klinkt mij toch te gemakkelijk in de oren. Daarvoor haalt hij teveel overhoop.

Ik lees dat de vrouw door kinderen te krijgen schepper is van de wereld en zijn geschiedenis. De man is slechts medeschepper en daarom probeert hij alsnog zelf Schepper te worden door grootse daden te verrichten of uitvindingen te doen. De homo leeft bij gebrek aan kroost in een klucht met de liefde als parodie.

De personages lijken aan te sluiten bij de traditionele Katholieke leer volgens hetwelk de Maagd Maria met de geboorte van haar Zoon Jezus de wereld herschept en geschiedenis maakt. Haar man Sint Jozef die de rol van vader heeft zonder daadwerkelijk de schepper te zijn van zijn zoon Jezus. Dat is immers God de Vader. Tot slot de homoseksueel die niets bij kan dragen aan de schepping en de geschiedenis. Wat is dan de plaats van de homoseksueel in dit Mystiek Lichaam van de mensheid?

dinsdag 30 juli 2013

STOP DE ARMOEDE

Een tekening van Petrus

Het debat over de armoede in Nederland is weer begonnen. Een terugkerend thema bij elke crisis. Op zich is dat mooi want het toont aan dat Nederland zich zorgen maakt over armoede. We willen het niet maar helaas is het veel moeilijker dan je denkt om armoede te voorkomen. Zie het woud aan maatregelen dat er bestaat op nationaal en gemeentelijk niveau om mensen op te vangen die op de een of andere manier arm dreigen te worden.

De geleerden van CBS en SCP maken modellen aan de hand waarvan vastgesteld kan worden hoe het met de armoede gaat in Nederland. Het zal niemand verbazen dat de armoede sinds de economische crisis stijgend is.

In een persbericht van CBS en SCP eind vorig jaar lezen we dat “Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium de armoede in 2011 in absolute aantallen vooral opliep bij mensen met een werkloosheids- of bijstandsuitkering (resp. +36.000 en +32.000 personen) en bij zelfstandigen (+52.000). Het aantal arme zelfstandigen was in 2011 voor het eerst groter dan het aantal armen in loondienst (resp. 175.000 en 170.000 personen). De kans op armoede steeg in 2011 bij alle groepen die van oudsher al kampen met een hoog risico. Bij huishoudens die bijstand ontvingen liep het percentage met een inkomen onder de lage inkomensgrens op van 65 naar 68%; bij eenoudergezinnen van 25 naar 28%; bij alleenstaanden tot 65 jaar van 17 naar 19%; en bij niet-westerse huishoudens van 22 naar 25%. Onder de (relatief kleine) groep niet-westerse huishoudens van de tweede generatie is de kans op armoede in 2011 echter aanmerkelijk kleiner dan onder de eerste generatie (18% tegen 26%).”

Ingewikkelde materie dus waarbij je in ieder geval kunt vaststellen dat de kans op armoede bij werkenden het laagste is. De conclusie ligt dan voor de hand: zorg dat iedereen die kan werken ook werkt. Handhaaf een aantal basisvoorzieningen om mensen in acute nood op te vangen zoals de WW en de Bijstand. De AOW is de basis van onze oudedagsvoorziening en moet dus ook gehandhaafd worden. Voor de rest is het maar de vraag of het goed bedoelde woud aan voorzieningen wel zo goed is om de armoede te bestrijden. Het is vooral met geld dat men het armoedeprobleem op wil lossen maar wie naar de risicogroepen kijkt, ziet dat we vaak te maken hebben met mensen die aan de marge van de samenleving zijn terecht gekomen. Maatregelen moeten dus op die groepen gericht zijn. Geld is dan slechts een onderdeel van de aanpak.

maandag 29 juli 2013

DE MAN MET DE TURBO OP ZIJN HOOFD

'De man met de turbo op zijn hoofd', Madagaskar 2013.

Het is niet mijn gewoonte om een foto uit te leggen. Het helpt meestal ook niet. Of je ziet het of je ziet het niet. Het is een kwestie van beeldgevoeligheid en daar kun je als buitenstaander weinig aan veranderen. Toch wil ik voor deze keer als bij uitzondering een woordje wijden aan de bovenstaande foto.

Hoewel je dat op het eerste gezicht zou kunnen denken is dit is geen foto voor een campagne tegen armoede. Het is ook geen foto van een slachtoffer van armoede. Integendeel juist, dit is een foto van een waardige man. Een foto dus over waardigheid. Waardigheid ondanks zijn blote voeten, zijn armoede en zijn lage sociale status. Voor waardigheid heb je geen Armani pak nodig of een luxe auto of een mooie vrouw naast je. Waardigheid is een waarde op zich en dus in beginsel onafhankelijk van armoede of rijkdom. Maar uiteindelijk kunnen zowel rijkdom als armoede de waardigheid van iemand wel aantasten. We hebben dan medelijden met zulke mensen. Ze zijn slachtoffer van de omstandigheden geworden. Ze beschikten niet over de geestelijke weerbaarheid om hun waardigheid te behouden. Dat is tragisch.

Het is ook een foto over duurzaamheid. Het is duidelijk dat de man op de foto heel wat minder beslag op de aarde en de natuur legt dan bijvoorbeeld de gemiddelde Nederlander. Voor de Nederlander haast onvoorstelbaar veel minder. Wij kunnen ons zijn leven daarom nog maar nauwelijks meer voorstellen. Toch is het niet zo heel lang geleden dat ook in onze contreien veel mensen met zo weinig leefden. Dank zij onze voorvaderen hebben wij het nu materieel een stuk beter. Of ons geestelijk leven er ook beter op is geworden, is de vraag. Misschien bij de een wel en bij de ander niet, wie zal het zeggen?

Het is ook een foto met symboliek. De man heeft al een weg afgelegd in zijn leven. De weg naar de toekomst is daarentegen nog onbekend al geeft ons de foto al wel een vermoeden daarvan. De boom staat voor de natuur die er altijd zal zijn. De accu van het merk Turbo die hij op zijn hoofd draagt, getuigt van zijn economische en maatschappelijke activiteit. Hij onderneemt iets om van te leven.