zaterdag 1 februari 2014

vrijdag 31 januari 2014

DE FOTOWEDSTRIJD

De foto waarmee ik een Kodakprijs won. Veracruz, Mexico 1975
Ik doe niet zo gauw mee aan een fotowedstrijd. Ooit, toen ik tijdens mijn verblijf in Mexico besloten had om meer tijd (en geld) te besteden aan de fotografie, heb ik meegedaan aan een wedstrijd. Ik wilde wel eens weten of ik ondertussen wat geleerd had van het bestuderen van de meesters in de fotografie. Vooral aan de Life library of photography (een uitgave van Time-Life books) heb ik veel gehad.

Tijdens een vakantiereis maakte ik een paar foto's aan het strand van Veracruz die qua compositie en lichtval geschikt waren voor deelname aan een wedstrijd. Het soort foto's dat geliefd is bij de gemiddelde kijker: een beetje romantisch tafereel (dank aan de regen) in zacht strooilicht. Dat bleek zo te zijn. Mijn eerste de beste inzending kreeg een eervolle vermelding en werd gepubliceerd. Het negatief moest ik gratis afstaan aan Kodak voor gebruik in advertenties enz. Ook een manier om goedkoop aan goed materiaal te komen. Ik vond dat niet erg. Die prijs was voor mij een aanmoediging om door te gaan.

Wedstrijden had ik niet meer nodig. Ik had genoeg zelfvertrouwen om mijn eigen gang te gaan. Pas tientallen jaren later in België , besloot ik maar weer eens mee te doen. Zo stuurde ik straatprotretten in voor een nationale fototentoonstelling in Breda. De organisatoren waren enthousiast. Maar toen een van hen zonder schroom vroeg om gratis exemplaren voor zijn eigen verzameling, besloot ik van deelname af te zien. Ik had geen zin om mijn foto's aan zulke mensen te geven.

Een van de 8 digitale foto's uit de serie "De groeten uit New York".
Aangemoedigd door publicatie van foto's in 'Beeldexpress', het blad van de Vlaamse amateurfotograaf en filmer, besloot ik aan een door hen georganiseerde selectie voor een tentoonstelling mee te doen. Het moesten eigentijdse foto's zijn. Ik wilde wel eens weten of ik met mijn tijd was mee gegaan met mijn inmiddels digitale foto's. Bij mijn eerste inzending ergerde een vooraanstaand jurylid zich aan de door mij gebruikte rose gekleurde passe partouts (kaders). Mijn uitleg dat dit prima paste bij de foto's werd hardvochtig terzijde geschoven ook al werd algemeen erkend dat de foto's goed waren.

Een van de foto's uit het Fotoboek 'Brussels metro'. De foto werd door een jurylid afgekeurd vanwege de groene weerschijn van het uitstappijltje. Dat zou een slordigheid zijn maar dat is het dus niet. het is gewoon de werkelijkheid.  
De tweede keer was er een jurylid die meende dat ik vanwege een groene weerschijn een technisch onbenul was, terwijl het ging om een serie unieke foto's gemaakt in de metro onder soms bar slechte omstandigheden. Een kunststukje mag ik wel zeggen, niet alleen technisch maar ook fotografisch inhoudelijk. Maar mijn uitleg mocht ook hier niet meer baten, hoewel een ander jury lid - een foto journalist die beter besefte dan de academica wat er komt kijken bij het maken van foto's onder dergelijke omstandigheden - nog een poging deed een positief geluid te laten horen. Een derde inzending in de vorm van een fotoboek liep helemaal op niets uit.

Natuurpunt, 30 december 2013. De foto past mijns inziens bij de uitleg van Wim Helsen die bij het woord groen zegt te denken aan moeiteloos. Alles wat natuurlijk is, groeit immers moeiteloos.

Sinds die tijd doe ik niet meer mee. Tot deze week, toen ik een email kreeg van een medewerkster van Beeldexpress om mee te doen aan de 'The Green Wall', een wedstrijd met een groen thema dus. Nu ben ik allergisch voor alles wat als groen of duurzaam wordt aangeprezen, die woorden zijn modieuze pasmunten geworden zonder inhoud, maar ik werd over gehaald door een filmpje van de Vlaamse cabaretier en acteur Wim Helsen als jurylid.

Ik heb onlangs nog genoten van zijn voorstelling 'De Prutser'. Naar aanleiding daarvan schreef ik de blog “Het menselijk tekort”. Ik werd in mijn besluit gesterkt door het filmpje met zijn uitleg van het thema (helaas lukt het me niet het hier te plaatsen). Ik besloot om twee foto's in te zenden die ik toch al had gemaakt en wellicht beantwoorden aan wat hem voor ogen staat. Vandaar dat ik toch nog maar een keertje heb meegedaan.

donderdag 30 januari 2014

woensdag 29 januari 2014

FOTOBOEK MARRAKECH IV

Marrakech, 11 januari 2014. De foto roept bij mij associaties op met "De grotten van Ali Baba". Dat brengt me er trouwens op dat ik enkele keren als Ali Baba werd aangesproken. Dat had iets vertrouwelijke brutaals en humoristisch. Ik had er in elk geval geen moeite mee.


Marrakech, 12 januari 2014. Toen ik een foto maakte van een straatveger protesteerde hij. Deze man vond dat overdreven. Hij had niks tegen het maken van souvenirs. Toen kon hij een foto van hemzelf natuurlijk niet meer weigeren.


Marrakech, 12 januari 2014. Onze Riad (een soort Marrokaanse B&B) lag midden in een volkswijk en dus was er altijd weer veel te zien aan dagelijkse beslommeringen.


Marrakech, 12 januari 2014. In Marokko zie je overal de overgang van traditioneel naar modern. In de volkswijken zie je nog veel traditionele klederdracht, vooral bij vrouwen.


Marrakech, 12 januari 2014.Overal ter wereld keuren en kopen vrouwen op de markt op dezelfde manier. Ik vind dat heel geruststellend.


Marrakech, 12 januari 2014.Het is niet op de foto te zien maar vlak voordat ik deze foto maakte werd de jongen rechts nog achterna gezeten door de man met de veger. De jongen was hem te vlug af en wij zien hem dus lachend naar de camera weg lopen. Het waarom van de ruzie, weet ik niet.


Marrakech, 12 januari 2014.


Marrakech, 12 januari 2014.Deze vrouw zat in de buurt van een moskee te bedelen. ze had geen bezwaar tegen een foto uiteraard nadat ik haar wat had gegeven.


Marrakech, 12 januari 2014. Op de een of andere manier is dit een 'oosterse' prent. Een plaatje uit een boek over   een ver 'oosters' land.


Marrakech, 12 januari 2014. Een van de vele markten op een van de vele pleintjes.

dinsdag 28 januari 2014

maandag 27 januari 2014

NEW MINIMALISM XXX

Petrus, New Minimalism Number 39, 2 December 2013


Petrus, New Minimalism Number 40,Metrostation Troon Brussels, 4 december 2013

zondag 26 januari 2014

MONA LISA 0.2

Petrus, Mona Lisa 0.2, acryl en potlood op paneel, 80 x 120 cm

Elk schilderij is een avontuur net als trouwens elke artistieke oefening. Je begint geïnspireerd maar je weet nooit waar je uitkomt, zelfs niet als je het eindresultaat al in je hoofd zit. Het zijn en blijven producten van geest en zintuigen en daar kan van alles mee gebeuren. Artistieke oefeningen zijn dus altijd spannend en dat is weer goed voor geest en zintuigen. Het houdt ze scherp.

Ritme en tijd waarin het werk tot stand komt, kunnen danig verschillen. Soms is het met een enkele dag of zelfs een paar uur gedaan. Dan is het af. Maar het kan ook dagen duren of langer. Je kunt vast komen te zitten. Je moet je schepping herzien want de kleuren werken niet mee, de vormen blijken niet te passen, de compositie is belabberd. Kortom, het zit tegen en dan zit er niks anders op dan je opnieuw te oriënteren. Dat was het geval met Mona Lisa 0.2.

De inspiratie kwam deze keer van een foto in de krant. Om precies te zijn van Ann Goldstein, tot voor kort de directeur van Het Stedelijk Museum van Amsterdam. De foto laat zien dat ze van zichzelf een kunstwerk maakt. Japans-achtig en kunstig als ik het zo mag uitdrukken, in de kleuren zwart, wit en rood.

Het was niet de bedoeling om van haar een protret te maken dus of het schilderij al dan niet gelijkt, is nooit van belang geweest. Zij is de verbeelding van de vrouw als de schepper van nieuw leven. Zij is de verbeelding van het raadsel van ons zijn en kennen, artistiek en wetenschappelijk. Daarom heeft ze boeken op haar hoofd en zweven er kleurige, raadselachtige planeten om haar heen. Ze staat in een eindeloze ruimte, want hoe je het ook keert of wendt tot nu toe zijn we als mensen eenzaam in die ruimte.

Wetenschappelijk zijn we als mensen, als levende wezens, een toevalstreffer in de ruimte. Maar of dat daadwerkelijk ook zo is, weten we niet. Pas als we nog zo'n toevalstreffer van leven vinden in de inmense ruimte, weten we weer een beetje meer. Daarom sturen we bijna met de moed der wanhoop satellieten de ruimte in op zoek naar nog zo'n toevalstreffer aan leven ergens ver weg in de ruimte. Zo'n vondst zou een wetenschappelijke triomf zijn en ons minder eenzaam maken. Tegelijk verliezen we dan ook elke goddelijke glans of toch weer niet?


Zo lang we nergens anders leven vinden in de ruimte blijft ons bestaan een ontzagwekkend raadsel, een mysterie dat mogelijk alsnog een goddelijke oorsprong heeft.Voor de wetenschap onverteerbaar want onbewijsbaar. Geloof bestaat niet in de wetenschap, statistieken wel, ook al is dat weinig meer dan berekend toeval. Kortom, ons bestaan is en blijft een groot raadsel. Vandaar Mona Lisa 0.2. De tweede versie van de nieuwe, nulde versie. De eerste, de 0.1 zat in mijn hoofd.