dinsdag 7 april 2015

ODE AAN LUCEBERT


Hoewel ver van ons huis, besloten we om de tentoonstelling van Lucebert in Museum Kranenburgh in het voormalige kunstenaarsdorp Bergen aan Zee te bezoeken. Het was tijd geworden om weer werk zien van de dichter die ooit de zin schreef “ik draai een mooie kleine ritselende revolutie af “, tevens de titel van de tentoonstelling. Dat het geen blockbuster is, maakt het alleen maar aangenamer voor de bezoeker. Je kunt op je gemak in het museum, een voormalige villa waar Lucebert ook ooit gewoond heeft, rond lopen.



Je kunt gedichten aan de muur lezen, tekeningen stuk voor stuk bekijken, luisteren naar de gedichten die hardop voorgelezen worden, dicht bij een schilderij gaan staan of veraf. Het nagebouwde atelier kun je van alle kanten binnen lopen, zijn bureau bekijken, zelfs de boeken en de platen bekijken en beluisteren. Ik zie verrast en blij dat hij ongeveer dezelfde boeken las als ik zelf indertijd. Ik hoor dat hij van jazz hield zoals ik zelf. Zou hij ook geschilderd en getekend hebben met muziek op de achtergrond om de geest te stimuleren?



Ik word al meteen vanaf het begin overdonderd door de tentoonstelling. Al wandelend langs zijn tekeningen, zijn schilderijen, zijn nagebouwde atelier en onderwijl ook nog gedichten lezend, besef ik dat ik een geestverwant van Lucebert ben. Dat alleen al vond ik ontroerend want hoe vaak kom je op je levenspad een geestverwant tegen? Je kunt ze al gauw op een hand tellen en als je lang genoeg mag leven misschien twee handen.



Nu moet ik natuurlijk aan mijn trouwe lezers uitleggen waar die geestverwantschap uit bestaat. Dat is moeilijk want geestverwantschap is een wederzijds verstaan maar ook aanvoelen en zo'n combinatie is altijd moeilijk onder woorden te brengen. Het is net als met liefde. Begin die maar eens uit te leggen. Toch maar een poging wagen anders zou mijn bewering als een goedkope pretentie in de lucht blijven hangen en dat wil ik Lucebert niet aandoen. Dan had ik beter mijn kop kunnen houden.



Ik werd aan het begin van de tentoonstelling overrompeld door zijn tekeningen. Die getuigen van een vrije geest met humor. Dat kan ook niet anders. Die twee gaan samen, hand in hand: zonder humor geen vrijheid, zonder vrijheid geen humor. De basis daarvan is het besef dat ook al zijn we met handen en voeten gebonden aan de wereld, we er toch vrij en achteloos boven kunnen zweven. Sterker nog we zijn zo vrij dat we om onszelf kunnen lachen zonder onze ernst voor het leven te verliezen.



Wie zo vrij is ziet scherp de verraderlijkheid van de leugen, het geld en de ontrouw aan de ander en zichzelf. Een vrij mens is onbevreesd en onbevangen. Vrije mensen durven elke dag opnieuw het leven aan als een ontdekkingsreis. Ze klampen zich nooit vast aan regels, conventies of dogma's. Vrije mensen durven te experimenteren, op zoek naar de waarheid, de betekenis van leven en dood, de wereld en de natuur. Ze schuwen daarbij niet om wegen en paden in te slaan die weinigen of nog niemand heeft bewandeld.



De foto's in de tentoonstelling vertellen mij dat Lucebert ook een intens sociaal leven had: een gezin met vrouw en kinderen, een open huis waar vrienden, collega kunstenaars en bekenden welkom waren. Hij was thuis in het grote mensenbad zoals Kierkegaard ooit zijn wandelingen door de straten van Kopenhagen noemde. Hij had de mensen lief. Cynisme en sarcasme waren niet zijn ding. Medeleven met hen die lijden haalde kunstzinnig het mooiste en hoogste uit hem. Daardoor had hij ook een heldere blik op de wreedheid, de huichelachtigheid en meedogenloosheid, bij het bestaan waarvan hij zich niet neerlegde.



Hij schreef en schilderde zijn boosheid over de het kwaad , over de liefdeloze, de wrede en de genadeloze mens van zich af. Maar hij bleef daarbij altijd speels. Zijn oog voor het kwade tastte zijn goedaardigheid niet aan. Met zijn gedichten zocht hij naar een taal om zijn wereld van liefde, medeleven en troost tot leven te brengen. Met zijn schilderijen zocht hij naar beelden om hetzelfde uit te drukken. 



Zo'n zoektocht wordt niet altijd begrepen. Onbekende paden in woord en beeld stuiten op onbegrip, afwijzing of zelfs afschuw. Mensen die aan het vertrouwde hechten, het geestelijk avontuur niet aandurven of er te lui en te gemakzuchtig voor zijn, slaan op de vlucht. Ik weet het nu zeker, Lucebert is nog altijd een onderschatte kunstenaar. 

2 opmerkingen:

  1. Dan moet je ook iets met Rotterdam hebben. Daar valt al sinds jaar en dag de spreuk 'Alles van waarde is weerloos' van Lucebert te lezen aan de gevel van een pand in de binnenstad.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, ik ken de spreuk maar veel met R'dam heb ik toch niet of het moet het museum Boijmans van Beuningen zijn, de Kunsthal en de Brienenoordbrug op weg van hier naar Den Haag en omstreken of omgekeerd.

      Verwijderen